Index                                                        

 

 

 Bron:"KleindierMagazine"121e jaargang nr. 6-2007

Intermediaire vererving is gemakkelijk te begrijpen.

 

                                                       Tekst en foto's : Gerrtit Grooten.

Marterkonijnen   ( bij de NHD: midden blauw marter, midden geel marter, midden sepia marter) ,

   vlinderkonijnen ( kennen we niet bij de NHD)     en

  alle grauwe kleuren ( bij de NHD: IJzergrauw en Blauwgrauw)

Als jarenlang fokker van wat in de volksmond bonte konijnen genoemd worden, weet je hoe de vererving daarvan in elkaar zit.Ik krijg wel eens mensen in mij stal die een konijn willen kopen.Ze verwonderen zich dan altijd over hoe fraai getekend zo'n Rijnlander en eerder een Klein Lotharinger of Groot Lotharinger is.Als je dan een nestje jongen laat zien kijken ze de ogen uit over de verscheidenheidaan bonte en eenkleurige dieren zich in zo'n nestje bevindt.Is één van de eerste vargen..Ja, dat is nu intermediaire vererving, zeg ik dan.Nu  betekent het woordje "intermediair"als je het in het woordenboek opzoekt, bemiddeling. EEn bemiddeling teweeg brengen tussen 2 personene of 2 of meer bedrijven.Is een geschil als intermediair ( bemiddelen) optreden.Niet alleen thuis, van leken publiek, maar ook op diverse showskom ik fokkers tegen die vragen stellen over de vererving van onze  vlinderkonijnen  die intermediair vererven.Maar ook als u in een nest  marterkonijnen  kijkt  , slaat u van schrik achterover als u niet weet hoede vererving gaat. Darzelfde geldt voor  alle grauwe kleuren , zoals IJzergrauw , Blauwgrauw enz.Twee van die kleuren aan elkaar gepaard geeft voor een niet kenner evenees een verassende aanblik in het nest.

 

Waarom na zoveel jaren nog zoveel vragen en onduidelijkheden?

Ik denk dat het woord intermediaire vererving al een barriè opwerpt.Het is een moeilijk woord dat eigenlijk niets anders betekent dan een "bemiddeling"tussen de erfelijke genen van 2 ouderdieren. In ons boek der pelsdieren  staat het eenvoudig omschreven. Toen de wetten van Mendel +/- 1900 opnieuw ontdekt werden was het de botanicus Correns die een verervingswijze waarnam die in zijn ogen niet klopte met wat Mendel beschreven had. Mendel ging bij zijn proeven uit van een overheersende en terugkerende factor. Dat is het meest voorkomend. Er zijn echter ook gevallen waarbij de ene factor de andere niet overheerst. Bij die gevallen krijgt men een mengeling of met andere woorden een (be)middeling van de factoren. Correns kruiste van een bloemsoort ( volgens mij de Latharus) een rode en een witte. Hij kreeg toen in de 1e generatieniet één van beide kleuren ( de overheersende) maar één mengvorm  , te weten allemaal roze bloemen. Beide ouderplanten hebben dus een deel van hun erffactoren doorgegeven .Roze is dan een bastaard  product. Toen hij de roze bloemzaden weer zaaide kreeg hij witte, roze en roze bloemen in de verhouding 1:2:1. Een verhouding zoals we die gemiddeld ook bij de bovengenoemde konijnenrassen zien.Die proef heb ik zelf gedaan in mijn volkstuin de afgelopen jaren nog eens dun overgedaan met een bonte boon ( kievtisboon in de volksmond). Ook hier krijg ik naast de roodbonte bonen hele licht gekleurde exemplaren naast bijna geheel rode.

Gespleten vererving

Lees je in Duitse boekjes , o.a in een boekje van Max Wischer, dan staat voor de naamintermediaire vererving de term "spalterbiges" .Eigenlijk veel duidelijker dan ons woord intermediair. En laten we wel zijn, gespleten vererving klopt helemaal, tenminste als we bont x bont paren. Daar komt dan gemiddeld weer een verhouding 1:2:1 uit. Voorbeeld, een Lotharinger voedster krijgt 8 jongen, dan zijn dan 2 lichte, 4 bonte en 2 één-kleurigen. Overigens geldt deze verhouding niet voor één maar voor een aantal voedsters, als je er 10 hebt klopt het ongeveer. Paren we geen bont aan bont dan gaat de gespleten vererving niet op. Licht getekend x licht getekend geeft 100% donker. Paren we een bonte aan een één-kleurige dan zien we gemiddeld 50% bont en 50% één-kleurig.( bij de Rijnlander en de andere driekleurigen 50% de zgn.Japannerkleur) .Dus nogmaals, onze Lotharingers-Klien, Lotharinger-Rijnlander-Papilloin-IJzergrauw en andere grauw-kleuren en niet te vergten onze Marters, zijn allemaal bastaard producten om het oneerbiedig te zeggen. Ze vereven namelijk niet zuiver zoals bijna al onze kleurrassen.Om de juiste verschijningsvorm te fokken zoals onze Standaard dat voorschrijft bij genoemde rassen, is echt fokkerskunst. Naast geduld is toch wat kennis van de vererving bij de rassen nodig.

Nu enkele voorbeelden in beeld

< Marter

 

< De bovenste konijnen zijn 2 midden marters, die gemiddeld 1 donkere, 2 midden en 1 lichte( of rus) ( verhouding 1:2:1.) Donker x licht geeft 100% midden.Voor tentoonstellingsdieren zult u dan ook altijd midden x midden of donker x licht dienen te fokken. Ik weet dat veel fokkers ook nog midden x donker paren.Uit deze paringen zult u toch veel zgn. zwevers ( tussen beide kleuren in) krijgen. Wees niet bang om de lichte dieren te gebruiken.

 

 

 

 

 

< Vlinderkonijnen

Paren we 2 tentoonstellingsdieren dan krijgt u gemiddeld 25% lichte(charly's ) , 50% met min of meer tentoonstellingstekening en 25% éénkleurigen ( en bij 3 kleur de Japannertekening).Licht x licht geeft 100% licht. Licht x donker geeft 100% bonte dieren( tentoonstellingsdieren).Donker x donker geeft 100% donker. Het probleem is dat bijna in alle stammen de licht getekende dieren niet volwassen worden, ze bezitten meestal een sub-lethale) = half dodelijke) factor.Derhalve gebeurt het bijna nooit dat er een paring licht x donker kan plaats vinden.Bij de dwerg Lotharingers schijnt het hier en daar te lukken heb ik gehoord.

 

Bij de kleurdieren Bij de NHD: IJzergrauw en Blauwgrauw

IJzergrauw x IJzergrauw ( EdE x EdE ) splitste zich in 25% zwart-staalgrauw, 50% IJzergrauw en 25% Konijngrijs.Een konijngrijze x een zwart-staalgrauw geeft een 100% ijzergrauw. Dit gaat eveneens op voor de andere grauw kleuren.

Slot

Ik ben me er van bewust dat lang niet alles betreffende de intermediaire vererving hier beschreven is. Voor de doogewinterde fokker en keurmeester is het allemaal gesneden koek.Maar wellicht kunt u het gebruiken als u vragen krijgt van bezoekers in uw stal over marter-of vlinderkonijnen en de grauwkleuren.Overigens merk ik dat deze vererving ook opgaat voor de manteltekening.Ook daar tref je bij paringen één-kleurigen, lichte en manteltekening aan.

Het lijkt voor de buitenstaander zo makkelijk een tentoonstellingsdier te fokken. Heel vaak oogst het veel bewondering als u kunt vertellen wat er allemaal voor komt kijken en waar u rekening mee moet houden.

___________________________________________________________________________________

 

28-4-2007: Bij "Catootjes konijntjes" is uit blauw x blauw geboren: 3x  blauw en 3x middenblauwmarter.

 

 

Bij "Catootjes konijntjes" is uit blauw x blauw geboren: 3x  blauw en 3x middenblauwmarter. Hoe kan dat?

Middenblauwmarter :     aBcmdE                              

                              a-Bof b –c of cd-E of e

 

Ouders middenblauwmarter jongen :

Blauwe ram 4EF-201: komt uit voedster wit  roodoog 3EF-201 x ram blauw 0AV-810. De witte voedster  kwam uit blauwbont 2VM-565 x konijngrijs 2VM-438 .De blauwe ram 0AV-810 was gekocht.

Blauwe voedster 6PA-538: komt uit ram blauwbont 5PA-301  x voedster blauw( zonder tatoeage).De blauwbonte ram komt uit blauwgrijsbont 4EF-417 x konijngrijs 3KB-715 en is op geen enkele manier verwant aan de blauwe partner zonder tatoeage.De blauwe partner ( = voedster zonder tatoeage) is wel verwant aan de blauwe ram 0AV-810.( = vader of opa).En de blauwe voedster partner(= oma van de nu geboren NHD mbm) komt nog uit Cato's beginperiode van het fokken...toen ze nog niet getatoeëerd werden....gekochte NHD uit dierenwinkel..etc..komt uit geelwildkleur x zwart. Een rommelpotje dus. Afkomst /herkomst/familie-kleuren onbekend.

Hoe kunnen er nu mbm uit geboren worden? De blauwfactor is duidelijk.Vader en moeder NHD zijn allebei blauw .Vader NHD blauw kan ook wit vererven .Dit weet ik uit ervaring en zijn moeder is wit.Dus pa NHD bezit zeker de factor c .

Dan moet moeder konijn de marterfactor cm bezitten…..

Formule vader  4EF-201:         aBCdE           

                                            -----------------

                                        a-B of b-  c-d-E of e   

 

Formule moeder 6PA-538     aBCdE

                                            -----------------

                                  a-B of b- c of  cm-d-E of e     

 

 

Vraag van M.G:

Er komt MBM uit blauwgrijs x blauwgrijs...hoe kan dat?

Dat kan als de wilfactor bij beide ouderkonijnen enkel is en niet dubbel.

Het ene ouderkonijn moet de witfactor c bezitten en het andere konijnen moet de marterfactor cm bezitten.

Formule ouderkonijn 1:      ABCdE                                    

                                    aB( of b)cdE( of e)

 

Ouderkonijn 2: ABCdE                                    

               a B( of b) cm  d E( of e)

 

Hieruit kan  aBcmdE                                             ontstaan.

                 a-Bof b – c  d-E of e

  

 

Beide ouderkonijnen kunnen dus niet zuiver blauwgrijs zijn!

 

Mei 2007: Het lijkt mij erg leuk om eens een blauwgrauwe NHD te gaan fokken en hoe gaan we dat doen?

 

De kleurenformule van zuiver blauwgrauw is: ABCdEd

                                                                       ABCdE

 

Ik heb al blauwgrijze Nederlandse Hangoor Dwergen .Deze hebben als kleurformule: ABCdE als ze fok/ kleurzuiver zijn.

                                                                                                                           ABCdE

In mei 2007 heb ik een jong  ijzergrauw NHD rammetje gekocht bij.Dit rammetje komt uit moeder Blauw  x  vader Wit roodoog.

De kleurformule van dit rammetje is: ABCDEd .

                                                       a? cdE of e

 

Waarom denk ik  dit? Het konijntje ziet er IJzergrauw uit dus boven de streep moet  ABCDEd staan.

A: De moeder is blauw, dus niet wildkleurig. Onder de streep is dus de a.

B:En dan de B.....bij zuiver blauw en zuiver ijzergrauw hebben we 2x een B.Maar ze allebei een B en een b zouden hebben, en één van deze geeft een B door en de andere een b, hebben we uitrelijk toch een ijzergrauw konijntje.Dus we weten zeker dat er één B.Maar het zou mogelijk zijn dat er ook een b is , vandaar het vraagteken onder de streep.

C:We krijgen geen 2x c  , want ander was het konijntje wel wit.We hebben zeker één c, want de vader is wit roodoog.Dus de C onder de streep moet een c zijn..

D:En omdat de moeder blauw is heeft zijn geen D maar een d.We krijgen geen 2x d, ander was het konijntje blauw of blauwgrauw.

E:We hebben 1x Ed , omdat het konijntje grauw is. Bij geen Ed was het konijntje niet grauw en bij 2x Ed was het konijntje ook niet goed grauw.Het zpu mogelijk zijn dat we onder de streep een e hebben. Dit zou voor kunnen komen bij één of beide ouders, zonder dat we dit aan het uiterlijk dus zien.

 

Nu ga ik volgende jaar een blauwgrijze NHD kruizen met dit ijzergrauwe rammetje.

 

Als ik er van uit ga dat het blauwgrijze NHD kleurzuiver is dan krijgen we:

ABCdE   x   ABCDE                   >Blauwgrauw ,IJzergrauw, Konijngrijs of Blauwgrijs

ABCdE        a?cdE of e

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                                                                                          

 

 

 

 

                               

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

n