Index                                                        

 

 

Het zieke konijn

 

 

 

Deze website is hobbymatig gemaakt en u gebruikt de informatie op eigen risico: u kunt hieraan geen rechten ontlenen.

Verzamelde gegevens over konijnziekten. Bron = vermeld

 

Inleiding

Een konijn is een kwetsbaar dier. Zowel het skelet als het maagdarm - stelsel .

Een verkeerde beweging van het dier of het te beklemmend oppakken kan al een beschadiging geven van het skelet / zenuwstelsel.

Het bacterie-evenwicht in het maagdarm- stelsel is snel verstoord. Hierdoor kunnen allerlei ziektes ontstaan.

Om problemen  zoveel mogelijk voorkomen, denk aan het volgende:

Hygiëne en goed / juist  leefklimaat voor het konijn .Regelmatig de hokken verschonen , voorkomen van ammoniakluchten en voldoende leefruimte .

Goede / juiste voeding ( voldoende vezels en juiste eiwit- samenstelling)

Probeer besmettelijke ziektes te voorkomen door b.v vaccinatie / muggenbestrijding / contact met besmette dieren te voorkomen.

 

 

Abcessen

Opeenhoping van etter in een holte die zich in het weefsel heeft gevormd.

Bron: www.keerhoeve.nl ( dierenartsenpraktijk)

Abcessen bij het konijn

Inleiding:

 Bij konijnen komen regelmatig abcessen voor. Een abces is een lokale ophoping van pus in een holte in het weefsel.

 Pus bestaat uit dode cellen (ontstekingscellen en lichaamscellen), bacteriën en ontstekingsvocht. Bij elke ontsteking zijn ontstekingscellen betrokken .

 Deze bevatten enzymen die bacteriën doodmaken. Deze cellen sterven na 3-4 dagen. De enzymen komen dan in het weefsel, waardoor ook de

weefselcellen kapot gaan. Op deze manier ontstaat er een holte. Daar omheen ontstaat een kapsel van bindweefsel.

 Hier lopen enkele bloedvaten doorheen. Meestal groeit het kapsel in de richting van de minste weerstand. Vervolgens barst het abces open door de huid

 of in een lichaamsholte. Als dit niet gebeurt en een abces bestaat wat langer wordt het vocht uit het abces geresorbeerd en ontstaat er een dikke

 kaasachtige massa. Antibiotica kunnen niet doordringen in het abces door de slechte doorbloeding.

Oorzaak:

Huiskonijnen hebben vaak abcessen ten gevolge van gebitsproblemen, voornamelijk aan de kieswortels. Bij een ontsteking aan de kies kan eromheen

botoplossing optreden. Dat betekent dat de kas waarin de kies staat wijder wordt en er gemakkelijk viezigheid in kan komen, wat weer een ontsteking

kan veroorzaken. Er kan dan een abces ontstaan. Andere oorzaken voor een abces zijn: vechtwonden en andere wonden.

Symptomen

Dieren met een abces vertonen meestal de volgende verschijnselen: pijn, slechte eetlust, koorts en ziek zijn. Konijnen eten vaak goed, zijn niet sloom,

hebben geen koorts en het abces lijkt ook niet erg pijnlijk. Dit is uiteraard ook afhankelijk van de oorzaak van het abces.
Bij abcessen aan de onderkaak is er een dikte onder de kaak zichtbaar. Er komen op deze plaats ook tumoren voor, maar die zijn erg zeldzaam.

Abcessen aan de bovenkaak zie je niet direct. Soms is er neusuitvloeiing zichtbaar. Het abces is dan doorgebroken naar de neusholte. Ook is het mogelijk

dat het abces tegen de oogbol aandrukt en op die manier het oog naar buiten duwt. Op deze plek komen er regelmatiger tumoren voor.
 Bij abcessen is het altijd belangrijk ook de achterliggende reden te achterhalen. Daarom kan het nodig zijn om verder onderzoek te doen, bijvoorbeeld

een inspectie van het gebit (eventueel onder sedatie) of een foto. Een foto kan ook belangrijk zijn om de prognose in te schatten.

Prognose:

De prognose van een abces is afhankelijk van de oorzaak en de locatie. Het beste is natuurlijk om al het geïnfecteerde weefsel weg te halen, maar dat is

 niet altijd mogelijk, doordat het abces bijvoorbeeld in het bot zit. In dat geval kan een abces weer snel terug komen.
Abcessen die veroorzaakt zijn door bijvoorbeeld vechtwondjes hebben een veel betere prognose dan abcessen die veroorzaakt worden door

 kieswortel - problemen. Als het bot rondom de kies is aangetast is de prognose slecht. Meestal zitten er microabcesjes in het botweefsel, die

ook weer uit kunnen groeien tot een groot abces.  Helaas is het niet altijd mogelijk de oorzaak van een abces te achterhalen.

De kans dat een abces dan weer terug komt is dan natuurlijk aanwezig.

___________________________________________________________________________________________________

● Baarmoederkanker

Baarmoederkanker bij het konijn ( bron: www.dapwalcheren.nl )

Ook bij konijnen komt kanker voor. De meest voorkomende kankervorm bij konijnen is een adenocarcinoom (kwaadaardige tumor uitgaande van de baarmoeder) bij voedsters. Bij 80% van de voedsters van 4 jaar en ouder komt deze aandoening voor. Uitzaaiingen naar longen, lever en bot gaan meestal niet zo snel, vaak duurt dit 1 à 2 jaar.
Symptomen van baarmoederkanker bij het konijn zijn rode urine of vaginale uitvloeiing en uiteindelijk stoppen met eten, zich saai voelen en benauwdheid door de uitzaaiingen in de longen.
Therapie van baarmoederkanker hangt af van aanwezigheid van uitzaaiingen, voor de operatie moet er een röntgenfoto gemaakt worden om te kijken of de longen nog niet aangetast zijn en om een blaassteen uit te sluiten omdat die soortgelijke symptomen kan veroorzaken.
Preventie: Om deze problemen te voorkomen is sterilisatie van het konijn rond 1-jarige leeftijd de beste optie. Omdat nog niet goed bekend is of de hormonen een rol spelen worden zowel eierstokken als gehele baarmoeder verwijderd bij de sterilisatie (dit i.t.t. sterilisatie van de hond en kat waar alleen de eierstokken verwijderd worden indien de baarmoeder niet afwijkend is).

________________________________________________________________________________________________________________

● Baarmoederontsteking

Bron: "Moderne konijnenteelt "door F. Witkamp en R.R.P van der Mark

Oorzaak: meestal door het achterblijven van een gedeelte van een nageboorte. Symptomen: Weinig eetlust, lusteloosheid, afname van zoogcapiciteit , etterige vloeiingen ui de schede en vermagering . Behandeling en bestrijding: Dagelijks 1- 1 ½ lentin tabletten  van 0,01gram , in melk opgelost. Alleen zuiver jong groen en hooi en wat haverslijm .Zorgen voor zuiver strooisel en dit dagelijks verwisselen. Schedespoelingen  zijn volgens Dr.Seidel doellos.

 

________________________________________________________________________________________________________________

● Blaasproblemen

   ● Urine / Rode urine . Bron: www.konijnenstichting.nl Urine van een konijn is er in allerlei kleuren. Het varieert van doorzichtig wit, tot geel , oranje , rood en bruin. Veel mensen schrikken als ze rode urine zien en denken dat het konijn bloed heeft geplast. Maar meestal is er niest aan de hand. De rode kleurstof wordt vaak veroorzaakt door onschuldige stoffen in het voedsel ( b.v wilgen of dennentakken) , door verandering in hormonen of door invloed van licht op de urine. Twijfel je of het bloed of rode kleurstof is, zuig dan wat van de urine op in een schoon plastic spuitje en breng het naar de dierenarts voor onderzoek.

   Urinedrap  / Blaasstenen .Bron: www.dapypenburg.nl  . Verschijnselen: vaak kleine plasjes met soms wat bloed er in.. De urine kan een sterke geur hebben. Soms is de urine tandpasta-achtig of zitten er kleine steentjes in. Bij totale blokkade is er geen urineproductie meer en zal het konijn snel erg ziek worden en pijn hebben. Ga dan snel naar de dierenarts. Oorzaken: te weinig vochtopname , teveel calcium opname door knaag - of liksteen. Behandeling: afhankelijk  van het urineonderzoek zal de dierenarts vocht toedienen , de blokkade verhelpen, antibiotica voorschrijven en een pijnstiller geven. Een grote steen is vaak op een röntgenfoto  te zien en zal chirurgisch verwijderd moeten worden.  Preventie: geef groenvoer waar weinig calcium in zit. Geef geen liksteen of knaagsteen.Geef niet te veel biks.

____________________________________________________________________________________________________________________

Calicivirus zie  VHS

Bron: http://www.bijzonderedieren.nl/index.php?page=VHS_Konijn

Konijnen worden met VHS besmet via bloedzuigende insecten en besmet groenvoer. De ziekte heeft bijna altijd een dodelijke afloop, vaak zonder dat de konijnen verschijnselen van ziekte vertonen. Bij een mildere infectie ontstaat diarree, een bloederige neusuitvloeiing en ademhalingsproblemen. Hierna overlijden de meeste dieren. Elk konijn ouder dan 2 maanden is gevoelig voor het virus.PrognoseVHS is in bijna alle gevallen dodelijk. Veelal is door het ontbreken van symptomen een behandeling uitgesloten. Dieren die de ziekte overleven moeten toch gevaccineerd worden.Preventie
Met vaccinatie kan de ziekte worden voorkomen. De standaard vaccinatie voor VHS geeft voor ongeveer een jaar bescherming.

Bron : http://www.dierenkliniekgrevelingenmeer.nl/inhoud/teksten/konijnen.asp

    Viral Haemorrhagic Disease (VHD)
VHD is een ziekte waarbij konijnen acuut kunnen sterven. Het wordt veroorzaakt door een calicivirus. Het virus kan zich via direct contact maar ook indirect contact, zoals ontlasting, urine, insecten en besmet materiaal verspreiden. Het geven van planten aan uw konijn kan dus de ziekte veroorzaken. De ziekte geeft acute bloedingen. Uw konijn kan ineens overlijden zonder verschijnselen. Vaak hebben ze dan bloed uit de neus. Andere verschijnselen zijn sloomheid, benauwdheid, gillen, knarsetanden en verminderde eetlust.

U kunt uw konijn ook tegen deze ziekte laten vaccineren. Dit vaccin kan vanaf een leeftijd van 8 weken gegeven worden. Het vaccin werkt een jaar. Bij ons wordt deze enting in april tegelijk gegeven met de enting tegen myxomatose. Dus ook voor deze enting kunt u op het konijnenspreekuur langskomen. Ook kunt u altijd een afspraak maken om uw konijn te laten vaccineren.

 

Calicivirus  Bron: http://library.thinkquest.org/03oct/00128/nl/konijnen/mc_light.htm?tqskip1=1Myxomatose en Calicivirus zijn beide vormen van biologische bestrijding. Deze twee ziektes zijn gastheer-select. Dat wil zeggen dat ze maar één diersoort infecteren, in dit geval konijnen. Deze beide virussen hebben, toen ze geïntroduceerd werden, een aanzienlijke uitwerking gehad op de konijnenpopulaties, maar al snel hadden de virussen geen effect meer. Later werden andere virusdragers geïntroduceerd om de virussen een stimulans te geven. Zij verhoogden de effectiviteit van de virussen, maar niet in die mate waarop gehoopt werd. Deze beide virussen zijn heel verschillend, zoals wordt uitgelegd in het volgende.●Het Calicivirus werd ‘per ongeluk’ losgelaten in 1995. Het had een enorme uitwerking op de populatie wilde konijnen, het kon het aantal konijnen met 95% terugbrengen. Het Calicivirus werd voor het eerst ontdekt bij konijnen in China in 1984. In 1991 werd het virus aan de CSIRO gegeven om het tot een biologisch bestrijdingsmiddel te ontwikkelen, maar in 1995 ‘ontsnapte’ het in de Australische wildernis. ●Nadat het Calicivirus in 1984 was bespeurd in China, werd het al snel opgemerkt in Italië in 1986, Frankrijk in 1987, Zwitserland en Spanje in 1988, Duitsland in 1989, Denemarken in 1990 en het zuiden van Zweden in 1993. Het Calicivirus heeft zich sindsdien in vele andere landen gevestigd, maar dit zijn de belangrijkste mijlpalen. ●In juli 1991 was er een lading van het fatale Calicivirus, dat Europa geteisterd had, geïmporteerd vanuit Tsjechië, daarna ontwikkelt door de CSIRO, en onder mysterieuze omstandigheden ‘per ongeluk’ ingevoerd in 1995. ●Maar net als met Myxomatose begon het effect van het virus op de wilde populatie na een tijdje af te nemen. ●Er zijn geen waarneembare symptomen van Calicivirus, dat het konijn binnen 34-48 uur doodt nadat het dier het zeer fatale virus heeft opgelopen. Gedurende de ‘proefperiode’ van de CSIRO maakten lijkschouwingen duidelijk dat de lever en de milt waren opgezwollen op het moment dat het konijn stierf, dat de lever gepoederd en bleek was en dat de longen gevuld kunnen zijn met vloeistof. De vermoedelijke doodsoorzaak is zuurstofgebrek en een hartstilstand. ●Konijnen van elke leeftijd kunnen Calicivirus oplopen, maar konijnen die jonger zijn dan 18 dagen gaan er niet dood aan. In plaats daarvan scheiden ze het virus af en bouwen ze antistoffen op om ze te bestrijden.

 ____________________________________________________________________________________________________________________

● Cherry- eye 

                                                                                             ●  Bron: NHD Forum)Bij een cherry eye puilt de traanklier helemaal langs het derde ooglid naar buiten en gaat dan langs het oog zelf schuren.Een T-vormig stukje kraakbeen vormt a.h.w. het skelet van dit ooglid. De basis van dit kraakbeen is omgeven door een traanklier nl. de derde ooglidklier. In een normale positie is deze klier niet zichtbaar, ze wordt door een soort bindweefsel op haar plaats gehouden onderaan de oogbol.

De uitpuilende klier is rood, gezwollen en zichtbaar aan de vrije rand van het derde ooglid. Omwille van de gelijkenis met een kriek spreekt men van een
cherry eye. Meestal is er wat meer slijmerige uitvloei aan dat oog.

Na het aanbrengen van een lokaal anestheticum is het soms mogelijk om de klier tijdelijk terug op zijn plaats te krijgen door met een pincet aan de vrije boord van het derde ooglid te trekken.

Een andere mogelijkheid is het wegnemen van een deel of de ganse de klier. Omdat de klier ook een rol speelt bij de traanproductie wordt dit ten stelligste afgeraden, het beste is deze klier volledig te sparen. Dit gebeurt door ze chirurgisch vast te zetten hetzij tegen de binnenkant van de oogkas, aan een extraoculaire spier of aan de sclera (d.i. het witte omhulsel van de oogbol). Een andere ingreep omvat het terug weghechten van de klier onder het slijmvlies van het derde ooglid (techniek van Morgan).

Klier puilt uit van achter het derde ooglid (zie foto ). Uit histologisch onderzoek blijkt dat het gaat om de glandula palpebrae tertiae profunda (diepe derde ooglidklier), (Janssens et al., submitted for publication). Ofwel wordt een lokaal antibioticum toegediend, ofwel wordt de klier vast-gehecht volgens de gemodificieerde methode van Moore (Morgan et al, 1993). Deze aandoening moet gedifferentieerd worden van een prolaps van de veneuze sinus t.g.v. perioculaire infectie en zwelling (Hillyer, 1994).(Bron: www.oog-dierenarts.be/diersoorten )

 Cherry eye operatie hond: Bij de cherry eye komt de traanklier, die onder het derde ooglid zich bevindt, door zwelling onder het derde ooglid vandaan. U ziet dan een rood bultje in het oog van uw hond verschijnen, aan de kant van de neus (de mediale kant). Door middel van bepaalde technieken, kunnen we deze vergrootte traanklier onder het derde ooglid vast hechten.( bron: www.dierenklinieklieshout.nl )

____________________________________________________________________________________________________________________

 

● Coccidiose

Bron: WHG Dierenartsen.Coccidiose is een infectie met het ziekteverwekkende protozoa. Het zijn micro - organismen die leven in de darmwand en of lever van het konijn. Hierdoor ontstaat een ontsteking van de darmwand en / of lever . Het is een infectie die het meest voorkomt bij jonge konijnen van enkele weken tot enkele maanden oud. De ontlasting is meestal niet meer als konijnenkeutels te herkennen  , hoewel het ook voorkomt dat de ontlasting wisselend van consistentie is ( variërend van droge keutels tot een slappe brei) . De diagnose is gemakkelijk te stellen door middel van een ontlastingsonderzoek. In de ontlasting zijn namelijk de karakteristieke eitjes te herkennen ( oöcysten)

Er bestaan 8 darmvarianten en 1 levervariant.( bron : lezing WRSA 13-11-2008)

  Coccidiose ( bron: www.dkdelfland.nl )

Coccidien zijn microscopisch kleine, eencellige parasieten die het darmstelsel en de lever van konijnen zowel als andere dieren aantasten. Coccidien zijn de meest voorkomende parasieten in het darmstelsel van een konijn en een veel voorkomende oorzaak van ziekte van vooral (maar niet uitsluitend) jonge konijnen.

De symptomen van coccidiose treden meestal op tijdens of vlak na stress, bijvoorbeeld door weersveranderingen, omgevingsveranderingen, een lange autorit, een zeer vieze kooi of bij koorts. In het algemeen wordt het darmkanaal het eerst aangetast, wat in milde gevallen resulteert in diarree. In ernstige gevallen is de ontlasting waterig, met stukjes ontlasting en kan er zelfs bloed in de ontlasting voorkomen. Het konijn droogt hierdoor snel uit, verliest gewicht, wordt lusteloos en wil niet meer eten en/of drinken. Bij chronische infecties is de vermagering het opvallendst.

Alle konijnen-coccidien zijn leden van dezelfde familie, de Eimeria. Er zijn 12 soorten konijnen-coccidien gesignaleerd in geïnfecteerde konijnen, maar slechts een paar hiervan zijn belangrijk genoeg om een konijn ziek te maken en verder moet de weerstand van het konijn verminderd zijn of (zoals bij jonge konijntjes) nog niet voldoende aanwezig zijn.

Daarom is de precieze rol van de verschillende soorten coccidien in het veroorzaken van een ziekte niet helemaal bekend. Intussen hoeft bij de aanwezigheid van slechts een paar coccide oocysten (het stadium dat de cocciden zich in de uitwerpselen van het konijn genesteld hebben) bij een parasitair onderzoek van de keutels niet perse de diagnose coccidiose gesteld te worden als er geen duidelijke symptomen zijn.De coccidiose parasieten kunnen meestal na een korte ophoping in een sterke zoutoplossing door de dierenarts zelf onder de microscoop gevonden worden. Bij grote aantallen staat de diagnose vast en dient behandeling te volgen. Neem daarom altijd wat ontlasting mee naar de dierenarts als uw konijn diarree heeft of sterk vermagert !

Eimeria stiedae
Slechts een soort, Eimeria stiedae, die in de lever parasiteert, wordt buiten het darmstelsel gevonden. Eimeria stiedae kan in elke grote groep konijnen gevonden worden, van fokkerij tot opvangcentrum.

Er kunnen lichte infecties zijn zonder symptomen, of er kan lichte of vertraagde groei van de coccidien zijn, maar de ziekte kan fataal verlopen, vooral bij jonge konijnen. Bij baby-konijntjes kan de leveraantasting zo snel gaan, dat ze van het ene op het andere moment dood omvallen! Zwaar geïnfecteerde konijnen vertonen tekenen die wijzen in de richting van storing van de leverfunctie en blokkering van de galwegen. Deze konijnen stoppen met eten en verzwakken: op het laatst van de ziekte hebben ze diarree of verstopping. Soms is de (onder)buik vergroot en de huid kan een gelige kleur krijgen. Rontgenfoto's kunnen uitwijzen dat de lever vergroot is en dat er veel vocht in de buik zit. Bloedproeven zullen bevestigen dat de lever beschadigd is en dus zal de diagnose lever-coccidiose gesteld kunnen worden.

De bevestiging van de ziekte is gebaseerd op het vinden van oocysten in uitwerpselen- of galmonsters. Talloze medicijnen worden gebruikt om E. stiedae te voorkomen of te genezen. Alle konijnen in een geïnfecteerde fokkerij of huishouden moeten behandeld worden tot de ziekte uitgewoed is. De belangrijke rol van deze medicijnen is de organismen in bedwang te houden tot de konijnen weerstand opgebouwd hebben, de konijnen zullen daarna hun leven lang immuun zijn.

Eimeria perforans, Eimeria magna, Eimeria media, Eimeria irresidua.
De belangrijkste soorten darmcoccidien zijn E. perforans, E. magna, E. media en E. irresidua, hoewel de soort coccide waarmee het konijn besmet is niet zo belangrijk is als de gezondheid van het konijn. Konijnen worden besmet door het eten van gras en hokstrooisel die gesporuleerde coccide oocysten bevatten. Dit kan ook gebeuren als het konijn zijn voeten of zijn vacht schoonmaakt, waar oudere keutels van een ander, besmet konijn aan zitten.

Hoewel konijnen hun blindedarmkeutels eten wordt over het algemeen aangenomen dat daar geen besmettelijke oocysten in zitten. De oocysten moeten namelijk zich eerst enige tijd in een warme en vochtige omgeving buiten het konijn ontwikkelen. In een koude omgeving staat de ontwikkeling stil of gaat deze maar heel langzaam. De coccidien gaan echte hiervan niet dood.

Klinische tekenen van darm-coccidiose varieren sterk, afhankelijk van de leeftijd van het konijn, de betrokken organismen, de mate van besmetting en de kans op ziek worden van het dier (beïnvloed door leeftijd, stress, dieet etc.) De tekenen zijn vaker te zien bij jonge konijnen met hun onvolgroeide immuniteitssysteem. De symptomen kunnen zijn: gewichtsverlies, met tussenpozen hevige diarree dat bloed of slijm kan bevatten, en uiteindelijk uitdroging. Dieren die lijden aan zware diarree kunnen een ernstige aandoening aan de ingewanden krijgen, een blokkade van de darmen doordat deze in elkaar kronkelen.

Sterven aan coccidiose wordt meestal veroorzaakt door uitdroging en bijkomende bacteriële infecties. Behandeling en preventie van darm-coccidiose is hetzelfde als voor lever-coccidiose. Er zijn geen vaccinaties mogelijk tegen coccidiose.

Maar, er is goed nieuws voor de konijnenbezitter: Heel veel konijnen waarbij de diagnose coccidiose gesteld is, hebben helemaal geen coccidiose! Een gebruikelijke vergissing van dierenartsen die niet erg bekend zijn met konijnen. Cyniclomyces guttulatulus, een bacterie die deel uitmaakt van de normale flora in de konijnenkeutels, wordt vaak bij een uitwerpselen-onderzoek verward met cocciden. Maar een ervaren konijnendierenarts tuint hier natuurlijk niet meer in..

 

De behandeling van coccidiose gebeurde vroeger meestal met op sulfa gebaseerde medicijnen, zoals trimethoprimsulfa, uiteraard op voorschrift van de dierenarts. Dit middel helpt het konijn totdat zijn immuunsysteem de cocciden de baas kan, en dient 10 tot 14 dagen gegeven te worden. Een veel beter en moderner middel is Baycox. Dit middel hoeft slechts 2-3 dagen door het water gegeven worden en is veel minder bitter en ook veel effectiever dan de sulfa's. Belangrijk is om ook het hok dagelijks goed schoon te maken en droog te houden. Dit om te voorkomen dat na afloop van de kuur het konijn gelijk weer besmet wordt. Na 14 dagen moet de 3 daagse kuur nog 1x herhaald worden.

Een vaak gebruikt en wat ouderwetser middel is ESB3. Bij grote groepen konijnen kan dit middel door het drinkwater gegeven worden. Echter is bij deze manier een kans dat een konijn niet genoeg van het water drinkt. Bovendien wordt ESB3 niet door de darm opgenomen en werkt het niet of nauwelijks tegen levercoccidiose.

Daarnaast kan nog een antibioticum gegeven worden voor het behandelen van bijkomende infecties, het konijn is immers verzwakt. Als het konijn niet eet of drinkt moet het gedwongen gevoerd worden en/of drinken. Het is zeer belangrijk dat de darmen voorzien blijven van voedsel (zie darm-immobiliteit), en het konijn mag niet uitdrogen. Tenslotte moet een ziek konijn afgezonderd worden van andere konijnen omdat cocciodiose uiterst besmettelijk is. Verder moet iedere dag de kooi schoongemaakt worden, zodat herinfectie sterk wordt geminimaliseerd.

 

_________________________________________________________________________________________________________________

 ● Conjunctivitis

Bron: www.dierenkliniek-corstjens.nl

 

Conjunctivitis is een bindvliesontsteking, een ontsteking van de slijmvliezen die de  binnenkant van de oogleden bekleden.

Ook het slijmvlies van het wit van het oog hoort daarbij. Alsmede het derde ooglid (knipvlies). Dit bevindt zich in de binnenooghoek.

Dit laatste ooglid (derde) schuift als een soort ruitenwisser over het oog.  De  oogleden zorgen voor bescherming en (voor een deel) vochtig houden van het oog.

 

De kenmerken van een ontsteking van de conjunctivae (bindvliezen dus) zijn roodheid, zwelling, soms pijn of jeuk. Bij pijn zal het dier zijn oog dichtknijpen.

 Vaak zal uw huisdier met zijn voorpoot over het oog wrijven, waarbij er dus vaak ook wat viezigheid aan de binnenkant van de ondervoetjes zit.

.Hij zal meer knipperen. Ook overmatige traanproductie zal plaatsvinden, dus natte ogen, traanstrepen zijn een teken van een conjunctivitis.

Vaak ook is er sprake van pussige ooguitvloeiing, met aangekoekte rotzooi rond het oog.

Hoe ontstaat het.

De oorzaak van een simpele  bindvliesontsteking  is vaak een irritatie door tocht, een tikje op het oog bij het spelen of van een tak in het struikgewas.

Maar ook allergieën en infectieziektes (vaak van de voorste luchtwegen bv. niesziekte bij de kat)  kunnen gepaard gaan met een bindvliesontsteking.

Tevens spelen bacteriën of virussen een rol. Vaak ook is een oorzaak ook niet duidelijk te achterhalen. Daarnaast gaan bepaalde afwijkingen aan de

 oogleden, zoals een afwijkende stand van ooglidharen, of een afwijkende vorm van het ooglid een bindvliesontsteking veroorzaken, door constante irritatie.

 Echter ook ernstigere aandoeningen aan het oog zoals droge ogen (onvoldoende traanproductie), een beschadiging van het hoornvlies of van diepere

delen van het oog, of glaucoom (verhoogde oogboldruk ) gaan gepaard met een bindvliesontsteking. In zulke gevallen is een simpel zalfje niet voldoende.

 Daarnaast kunnen bepaalde algemene ziekten  gepaard gaan met conjunctivitis. 

Behandeling

Uit het bovenstaande blijkt al dat het bij elke oogaandoening van belang is de dierenarts te raadplegen. Hij kan met zijn ervaring en met bepaalde testen

bekijken of het om een eenvoudige conjunctivitis is of dat er toch meer aan de hand is. Zomaar een simpel zalfje afhalen zonder het oog te laten bekijken

is uit den boze. Bedenk uw huisdier heeft slechts 2 ogen. In geval van een eenvoudige bindvliesontsteking zal de dierenarts u een zalfje of druppels

met antibiotica evt. in combinatie met corticosteroïden (een hormoon) meegeven. Deze laatste medicijnen mogen alleen gebruikt worden als de

dierenarts dmv. de fluorescine-test heeft vastgesteld dat er geen beschadiging van het hoornvlies is. Ook het oog uitspoelen met afgekookt en

afgekoeld water kan een onderdeel van de,behandeling zijn.

De zalf of de druppels dienen ongeveer 4-5 keer per dag in/op het aangetaste oog te worden gedaan. Hierbij doet u een streepje zalf van

ongeveer 1 cm of een paar druppels in het zieke oog. Hierbij steunt u met de hand waarmee u de tube of het flesje vasthoudt, op de kop

van het dier steunt. Beweegt nu de kop dan beweegt de hand mee en prik je niet ook nog eens in het oog. Een behandeling dient voldoende lang

voortgezet te worden. Ook als de ontsteking weg is toch nog een tot twee dagen doorbehandelen.

Natuurlijk is het zoveel mogelijk wegnemen van evt. oorzaken van belang ter voorkoming van een steeds terugkerende ontsteking.

Een aangebroken tube zalf of druppelflacon overigens is ongeveer 1 maand houdbaar na openen.

___________________________________________________________________________________________________________________

●  Diarree

Bron: www.dierenkliniekwaterland.nl

  Normale konijnenontlasting

Konijnen maken hebben 2 soorten ontlasting: de bekende harde keuteltjes en zachte ontlasting dat op diarree lijkt, de zogenaamde caecotrofen. Bij normale, gezonde konijnen zul je zelden caecotrofen zien, omdat deze direct door het konijn worden opgegeten zodra ze naar buiten komen. Ze worden 1 of 2x per dag in de blinde darm gemaakt en zitten, anders dan de gewone keutels, vol vitaminen en het is daarom erg belangrijk dat het konijn ze opeet. Als het konijn de caecotrofen niet opeet, zul je ze ook vaak in het hok of in de vacht tegenkomen en wordt het vaak ten onrechte diarree genoemd. Het is niet normaal om veel caecotrofen te zien. Er moet dan wat mis zijn met het konijn. Toch maken de meeste konijnen in deze gevallen geen zieke indruk, dit in tegenstelling tot échte diarree.

  ● Oorzaken van zachte ontlasting

Echte diarree komt zelden voor bij konijnen. Meestal gaat het om niet opgegeten caecotrofen. Er zijn verschillende oorzaken voor te geven:

  • Meestal gaat het om konijnen die te dik zijn. Het konijn kan niet meer met zijn bek bij zijn anus komen, waardoor de caecotrofen blijven plakken.

  • Tandproblemen. Ook konijnen met last van de snijtanden en/of kiezen kunnen de zachte ontlasting moeilijk schoonhouden omdat de tanden of in de weg staan of omdat het likken gevoelig is door scherpe punten aan de kiezen. Ook in dit geval lijkt het dat het konijn diarree heeft, terwijl het echte probleem op een hele andere plek zit.

  • Rugproblemen. Konijn kunnen nog wel eens problemen in de rug hebben. Vooral als er 2 of meer wervels aan elkaar vastgegroeid zijn (spondylose) ontstaan er problemen. Het konijn is niet soepel genoeg om bij zijn anus te komen. Vastgeplakte caecotrofen is het resultaat..

  • Voeding. Een konijn dat een onbeperkte hoeveelheid konijnenvoer (brokjes) tot zijn beschikking heeft, wordt niet alleen te dik en krijgt tandproblemen, maar heeft ook minder behoefte aan het eten van zijn ontlasting. Ook als het konijn een nieuw soort voeding krijgt (bv een bepaalde soort groente) die hij nog nooit heeft gehad, zal hij minder caecotrofen hebben omdat de ontlasting een smaak heeft gekregen wat het konijn niet gewend is.

  • Pijnlijke huid rond de anus

  • Elk probleem dat de eetlust verminderd zal ook het opeten van de caecotrofen verminderen.

Echte diarree kan echter ook voorkomen bij konijnen, maar is veel zeldzamer dan het bovengenoemde. Zeker bij volwassen konijnen komt het zelden voor. Enkele oorzaken:

  • Coccidiose. Dit is een ééncellig darmparasietje die vooral bij jonge konijntjes diarree kunnen veroorzaken. Volwassen konijnen hebben er meestal geen last van. Het is besmettelijk. De ontlasting kan heel waterig of zelfs bloederig worden.

  • Darmontsteking. Dit kan soms worden veroorzaakt doordat de darmflora niet goed is. Soms is een virus of bacterie de oorzaak. Het konijn is er vaak goed ziek van.

  • In een heel enkel geval kunnen ook vergiftigingen diarree veroorzaken

  • verkeerd antibioticumgebruik

Behandeling

De behandeling verschilt erg naargelang de oorzaak. De vraag is altijd of het wel echt om diarree gaat. Ongeacht de oorzaak is het altijd erg belangrijk om het konijn schoon te houden. Vastgeplakte ontlasting is, zeker in de zomer, een ideale plek voor vliegen om hun eieren te leggen met maden tot gevolg. Ook de huid raakt erg geïrriteerd van de vastgeplakte ontlasting. De huid moet verzorgd worden om pijn in het gebied te voorkomen. Tanden en kiezen moeten worden gecontroleerd en zonodig geknipt worden, voeding moet worden aangepast, konijn moet afvallen, ...
Voorkomen is altijd beter dan genezen. Zorg dus altijd voor een goede voeding, controleer regelmatig de tanden en achterste van het konijn en voorkom dat het konijn te dik wordt.

Diarree: bron "konijnen houden als liefhebberij "van R.Kooistra. Diarree, dunne ontlasting , is op zich geen ziekte, maar een begeleidend verschijnsel van ziekten en afwijkingen, meestal zetelend in de dikke darmen en ontstaan door fouten in de voeding of in de voedingswijze. In enkele gevallen hebben deze ziekten een speciaal karakter, wat o.a. het geval is bij coccidiose. Door de weke ontlasting kleven de haren aan elkaar rond de anus en geslachtsorganen, onder de staart, tussen de dijen en soms op de loopvlakte der achterbenen., hetgeen in een mate kan zijn dat er grote mestplaten ontstaan. In het hok vormen zich samengeklonterde vlakke hopen mest , waardoor de verblijfplaats spoedig vies en onooglijk wordt. Toch zal men bij het waarnemen van dit beeld niet zonder meer mogen aannemen dat het konijn diarree heeft. Vrij dikwijls is hiervan geen sprake en zijn de mestballen geheel normaal op het moment dat zij het lichaam verlaten. Maar door een overvloedige urinelozing worden deze mestballen dadelijk daarna verweekt. Het voeren van veel koolbladeren lang achtereen is hier een der oorzaken. Bij diarree in een geringe graad behoeft het konijn niet ernstig ziek te zijn. Wel verliest de pels spoedig zijn glans en is het dier wat minder levenslustig, maar bij verandering van voedsel herstellen deze lichte gevallen in de regel spoedig. Er zijn ook vormen waarbij het konijn zeer ziek wordt, niet eet en ineengedoken, roerloos met een open haarkleed en omfloerste oogopslag, in een hoek van het hok zit. Sommige gevallen van diarree worden slepend, anderen leiden tot de dood van het dier. Bepalend voor de gang van zaken in dit opzicht is de aard en de ernst  van de ziekte, waarvan de diarree het waarnemende verschijnsel was. Een ziekte, gepaard gaande met diarree, die vrij veel slachtoffers maakt , is de maagdarmontsteking zonder aanwijsbare aansprakelijke bacteriën. Vrijwel steeds zijn het konijnen die gevoerd worden met geconcentreerd krachtvoer, waarbij nagelaten was hooi te verstrekken, of waarbij in het voorjaar te eiwitrijk gras was bijgevoerd. Daarom moet bij het graan en het geconcentreerde korrelvoer steeds hooi en water gegeven worden, terwijl met het verstrekken van eiwitrijk groenvoer naast volwaardig krachtvoer zeer voorzichtig gehandeld moet worden. Konijnen met diarree verliezen veel van hun lichaamswarmte. Zij moeten daarom in een beschut hok verblijven, dat verder regelmatig en vaak gereinigd wordt. Een dikke strolaag moet de bodem bedekken. Het krachtvoer wordt achterwege gelaten. Het rantsoen bestaat de eerste twee dagen uit hooi in een geringe hoeveelheid en gekookt water of rijstewater. Bovendien krijgt het dier per dag 1/2 tot 1 tablet istizin. Na twee dagen geeft men selderie. Pas als herstel is ingetreden wordt langzaam overgeschakeld op een normaal rantsoen , waarbij zorg gedragen moet worden niet meer in de oude voedingsfout te vervallen. In veel gevallen zal ook een gunstig resultaat bereikt worden door het toedienen van een antibiotica , o.a terramycine.

* lezing WRSA, november 2008: men waarschuwt voor te eiwitrijk hooi. Sommige dierartsen adviseren gerstestro te voeren i.p.v. hooi.

_________________________________________________________________________________________________________________

 ● Dikke buiken ziekte  zie enterocolitis.

_________________________________________________________________________________________________________________

 ●Encefalitozoon  /  Cuniculi /E cuniculli > http://www.dierenkliniekwilhelminapark.nl/dierinfo/konijn/cuniculi.html

_________________________________________________________________________________________________________________

 ● E.coli

Bron: WHG dierenartsen.

E.coli infectie. Dit is een is een caterie die aan de cellen van de darmwand hecht en daardoor deze cellen beschadigt.Hierdoor ontstaat een ontsteking van de darmwand en diarree

_________________________________________________________________________________________________________________

  Enteritis

Bron: "Konijnen"van: Doen in Vrije tijd"

Deze ziekte lijkt veel op coccidiose. De symptomen van beide aandoeningen lijken sterk op elkaar en de ziekte wordt vrijwel op dezelfde wijze overgebracht. Ook de preventie maatregelen zijn hetzelfde

 

_________________________________________________________________________________________________________________

   Enterocolitis. Dikke buiken ziekte

Bron: http://www.dapypenburg.nl/documenten/konijnenverzorging.pdf

Enterocolitis/dikke-buiken-ziekte
Darmslijmvliesontsteking met slijmvorming in de dikke darm. Komt vooral voor bij jonge
konijnen tot 4 maanden oud, heeft soms een dodelijk verloop.
Verschijnselen: lusteloos, beven, minder eten, gezwollen buik, lage lichaamstemperatuur,
veel dorst, diarree met slijm, klotsende buik .Behandeling: aeropax, hooi, evt dwangvoeren met ‘suppreme support recovery’, warm
houden. De dierenarts zal een darmstimulerend middel kunnen geven, metronidazol, infuus,
pro-biotica.

________________________________________________________________________________________________________________

  Epilepsie

Bron: Het boek der pelsdieren.

Deze recessief verervende afwijking die bij leucistische konijnen zolas de Witte Wener, de Blauwoog Pool en de Hulstlander nog wel eens voorkomt uit zich doordat het dier plotseling door het hok gaat rennen. Daarna valt het dier om en blijft stil en nagenoeg bewusteloos liggen. Soms gaat dit met schreeuwen gepaard. Na een korte tijd gaan de ogen weer open en komt het dier langzaam bij. De trillingen worden minder en na 3 a 4 minuten is het dier weer normaal.

 

_________________________________________________________________________________________________________________

   Gasvorming

http://www.konijnen.nl/oud/ziekten/gas.htm

_________________________________________________________________________________________________________________

   Gebitsafwijkingen zie Tanden.

_________________________________________________________________________________________________________________

   Geslachtsziekte  zie Syfilis

_________________________________________________________________________________________________________________

   Gespleten penis  zie Penis

_________________________________________________________________________________________________________________

   Haarbal  zie Verstopping

_________________________________________________________________________________________________________________

   Hernia

Bron: www.dapypenburg.nl

Hernia
Verlamming van de achterhand door een verkeerde beweging. Konijnen die onvoldoende lichaamsbeweging krijgen, zullen een onvoldoende bespiering van de rug hebben, waardoor een hernia eerder ontstaat. Behandeling: rust, minimaal 30 dagen in een kleine kooi, goed warm houden. De dierenarts
zal corticosteroiden kunnen toedienen.

_________________________________________________________________________________________________________________

Kopje scheef ( Torticollis)( bron:http://www.dierenkliniekwilhelminapark.nl/dierinfo/konijn/torticollis.html 

Zie ook: http://www.dierenkliniekwilhelminapark.nl/dierinfo/konijn/cuniculi.html

 

Encephalitozoon cuniculi, encepaholitozoonose, nozemose of E. cuniculi wordt deze ziekte ook wel genoemd.

   

 

 

 

< Foto bron: www.medirabbit.com 

 

________________________________________________________________________________________________________________

    Luizen zie Vlooien

_________________________________________________________________________________________________________________

    Maden  = Myasis

Madenziekte  Bron: http://www.dapypenburg.nl/documenten/konijnenverzorging.pdf
Vliegen leggen eitjes in plakkerige ontlasting. Hieruit ontstaan larven (maden). Deze kunnen met name bij konijnen die niet schoon zijn of die wondjes hebben zichzelf naar binnen eten en enorme wonden veroorzaken. Het begint meestal rond de anus.
Behandeling: de huid moet goed worden schoongemaakt met een desinfecterend middel. De dierenarts zal antibiotica en pijnstiller geven.
Soms zijn injecties met ivermectine nodig, of infuus.
Preventie: hok goed schoonhouden, vliegen weren d.m.v. een vliegengaas. Konijn goed schoonhouden. Eventueel plakpoep direct verwijderen dmv een badje met lauwwarm water en goed afdrogen.

Bron:  www.dierenkliniekdetoren.nl 

Madenziekte of Myasis bij konijnen.

Als het warm weer wordt moet je vreselijk oppassen. Regelmatig overlijden konijnen aan de madenziekte (eigenlijk huidmadenziekte geheten, de officiële naam is myasis) die veroorzaakt wordt door een blauw-groene vlieg, genaamd Lucilia sericata.

Aan het eind van de lente/begin zomer, wanneer de dagen warmer worden en de luchtvochtigheid hoger zie je overal de beruchte blauw-groene "strontvliegen" weer. Ze ruimen uitwerpselen op van katten, honden, kippen etc. Maar ze zoeken ook vieze achterwerken van andere dieren zoals schapen, kippen, konijnen, etc.

De vliegen zoeken konijnen met vieze achterwerken, of konijnen die de lucht van diarree of urine bij zich hebben. Ook natte of slecht schoongemaakte hokken trekken deze metaalkleurige vliegen aan. Ze leggen eitjes in aangekoekte uitwerpselen of op de vies ruikende huid, meestal in de onderkant van de staart, maar ook wel tussen de achterpoten. De maden die hier uitkomen eten zich binnen 4 uur een weg naar binnen. De dieren lopen dus met maden in hun lichaam en kunnen bloedvergiftiging krijgen. Zonder snelle behandeling kan een konijn hierdoor binnen twee dagen sterven. Ga daarom naar de dierenarts voor en antibiotica keur en evt. een veilig middel om achtergebleven eitjes of maden te doden.

Ook wondjes zijn gevaarlijk, daar worden ook eitjes in gelegd. Dus kijk je konijn na, zoek naar wondjes en behandel die. Houd het hok/de kooi schoon en zo reukloos mogelijk. Was het achterwerk van je konijn als het vies is. Hiervoor kun je je konijn met zijn kontje in een bak warm water zetten. De aangekoekte keutels worden zacht door het warme water en kunnen uit de vacht gewreven worden. Het beste gaat dit met twee mensen, de één houdt het konijn vast, de ander probeert zachtjes de onderkant schoon te wassen onder de kraan. Trek desnoods een rubberen huishoudhandschoen aan. Eventueel kun je een babyshampoo gebruiken, maar dan heel goed spoelen, zodat alle zeepresten verdwijnen. Droog je konijn daarna heel goed af..

Als je je konijn niet helemaal schoon en reukloos kunt krijgen kun je je konijn tegen vliegen beschermen door een fijne vitrage of vliegengaas over de verblijfplaats te hang

bron www.dierenkliniekwilhelminapark.nl

_________________________________________________________________________________________________________________

    Mastitis ( uierontsteking)

Bron: Het boek der Pelsdieren.

Verschijnselen: Harde opgezwollen melkklieren, koorts, open pels en niet eten.

Bij zogende voedsters kan een ontsteking van de melkklieren, die we dan uierontsteking of mastitis noemen, voorkomen. Meestal is dit een gevolg van staphylococcen of Pasteurella multicida infectie. De jongen worden niet meer gevoed.

Tepelontstekingen en verstopte tepels

Bron: "Moderne konijnenteelt "door F.Witkamp en R.R.P van de Mark.

Oorzaak:Door het binnendringen van bacteriën in de tepels  kunnen bij zogende voedsters ernstige ontstekingen ontstaan, evenals verwondingen, te sterke melkaandrang en door vervuiling van het ligstro. Behandeling en bestrijding:  Hoe eerder men ingrijpt , hoe beter. Reinigen met boorwater, massage en daarna inwrijven met Epitholzalf. Later nabehandelen met kamperspiritus. Wanneer jonge voedsters voor de eerste maal werpen , ontstaat wel eens moeilijkheden met het zogen. De jongen liggen met slappe buikje in het nest en krijgen blijkbaar weinig of geen melk.. Meestal kan dit euvel gemakkelijk worden verholpen door de overtollige wol om de tepels weg te plukken, deze flink te masseren en iedere tepel tussen de vingers voorzichtig uitdrukken, tot de eerste melk naar buiten komt. Door de verhoogde  bloedaandrang treden de melkklieren dan beter in werking.

 ________________________________________________________________________________________________________________

    Moerziekte - Hypocalcaemie.

Moerziekte - plotselinge ziekte onmiddellijk na het werpen van de jongen. Het konijn zit stil en suf in een hoek en heeft geen eetlust. Soms raken ze plaatselijk verlamd en sterven binnen enkele dagen. Dit kost dan meestal ook het leven van de jongen.

Moerziekte is een stofwisselingsziekte, wat betekent dat in het proces van opname van het voedsel  voor opbouw en instandhouding van het lichaam en afscheiding van afgewerkte stoffen , ergens een fout schuilt. In dit geval is het gehalte aan calcium in het bloed verlaagd. Moerziekte komt vooral voor bij veel melkgevende voedsters 1-3 weken na het werpen. Een enkele keer zien we een hoogdrachtige voedster met Hypocalcaemie. Het is een zeer ernstige ziekte die zonder behandeling snel tot de dood leidt. De voedsters liggen languit in het hok , weigeren voedsel, hebben anemie en verschijnselen van een gestoorde circulatie. De spijsvertering is vertraagd, maar meestal zien we geen tympanie ( Trommelzucht) . De dieren sterven na een periode van verlamming, voornamelijk van de achterhand. De dierenarts kan soms uitkomst geven, mits men er snel bij is.

Moerziekte  Bron: http://www.dapypenburg.nl/documenten/konijnenverzorging.pdf
1-3 weken na het werpen van een nest: apathische moeder, die de jongen niet meer kan voeden, verlammingsverschijnselen.
Behandeling: Calcium -Magnesium infuus.

__________________________________________________________________________________________________________________

    Mijt zie ook Schurft

 ● Oormijt

Bron: www.dierenartsabc.nl   Oormijt (ook wel foutief oorschurft genoemd) bij het konijn wordt veroorzaakt door Psoroptes cuniculi en is een voor konijnen zeer besmettelijke parasiet.Deze mijt komt over de hele wereld voor, dus ook in Nederland.

Wat zijn de verschijnselen van oormijt bij het konijn?

De mijt komt voornamelijk aan de binnenkant van het oor voor en het is geen uitzondering dat slechts één oor besmet is. Bij oudere of zwakke dieren komt het voor dat de oormijt zich verspreidt over het hele lichaam: hals, kop, rond om de anus, poten en voeten.De mijt graaft zich in de huid en veroorzaakt heftige jeuk, krabben aan oor, schudden en scheef houden van de kop. De binnenkant van de oorschelp en de uitwendige gehoorgang komen vol met dikke lagen korsten, waaronder een bloederige ontsteking zit en die soms etterig is.
De ontsteking begint in de oorschelp, maar kan zich steeds dieper in het oor uitbreiden en als complicatie een middenoorontsteking veroorzaken en uiteindelijk een hersenvliesontsteking.

Hoe kunt u de oormijt bij het konijn behandelen?

  1. Het konijn en zijn/haar hokgenoten behandelen tegen oormijt doormiddel van 3 injecties met ivermectine, elk met tussenpozen van 2 weken
    ofdoormiddel van selamectine (= .............®) op de huid in de nek aan te brengen,
    in een dosering van 18 mg per kg konijn, 2 maal met een tussenpoos van 1 maand.
    Opmerking:
    Ivermectine via de bek ingeven werkt niet.
    Injecties met ivermectine werkt beter dan de oren te druppelen met ivermectine opgelost in olie of in te smeren met ivermectine in zalfvorm. Bovendien mogen bij beschadigde trommelvliezen geen oordruppels worden gebruikt.
    Zowel ivermectine als selamectine zijn geneesmiddelen die niet geregistreerd zijn voor gebruik bij konijnen.
  2. Mest en strooisel verbranden.
    Hokken reinigen met 4% formaline en een tijdje leeg laten staan, want deze kunnen zeker 11 dagen besmet blijven.
  3. In ernstige gevallen worden ook pijnstillers aan het zieke konijn worden gegeven.
  4. Als een bacteriële oorinfectie aanwezig is, moet ook antibioticum worden gegeven.
    Opmerking:
    De korsten mogen niet met de hand worden weggehaald. Dit is erg pijnlijk en verhoogt de kans op bacteriële infecties. Ze vallen automatisch af na behandeling van de oormijt.

Opmerking:
Op de plaats van de ............. zouden wij graag een merknaam willen neerschrijven, maar
volgens het nieuwe Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling
is het verboden richting particuliere klanten merknamen van voorschriftplichtige diergeneesmiddelen op het internet te vermelden.

 


 ● Huidmijt

Huidmijt bij het konijn wordt voornamelijk veroorzaakt door Cheyletiella parasitovorax en Leporacarus gibbus.Beiden komen over de hele wereld voor en ook in Nederland treffen we ze regelmatig aan bij onze huiskonijnen. De Cheyletiella parasitovorax kan zowel konijnen als katten, honden en mensen besmetten. Bij de mens veroorzaken ze een tijdelijk jeukende huidirritatie.Bij het konijn minder voorkomende huidmijten zijn Trombicula automnalis, Trombicula irritans en Dermanyssus gallinae.
De Trombicula soorten zijn eigenlijk specifiek voor andere dieren (zoals de hond, de kat, de vogel of de geit), maar worden ook op konijnen gevonden die toegang tot een tuin hebben. Deze parasieten kunnen ook de mens besmetten, als deze met blote voeten over gras loopt en veroorzaken dan hevige jeuk.
De Dermanysus galinae is een vogelmijt, die soms voorkomt bij konijnen, die in de buurt van kippen en andere vogels leven.

Wat zijn de verschijnselen?

De Cheyletiella parasitovorax zit op de huid van vooral de rug en het gedeelte tussen de schouderbladen. Soms zijn deze plaatsen kaal, terwijl de huid bedekt is met fijne witte huidschilfers en daarbij een verhoogde afscheiding van huidvet vertoont. Er is meestal weinig tot geen jeuk.De Leporacarus gibbus is een vachtmijt van het konijn, voorkomend langs de haren, voornamelijk op de rug en de buik. De dieren zijn onrustig, krabben en bijten veel; hierdoor kunnen huidirritaties ontstaan. Bij witte konijnen maakt een zware infectie dat de dieren een enigszins grauw uiterlijk hebben.De larven van de Trombicula soorten en de Dermanysus galinae zitten vooral op de kop (oren, rond de ogen, kin), in de hals en op de schouder en onder de voorpoten. Beide parasieten leiden tot intense jeuk en de vorming van huidvlekken en puistjes. Zelfverwonding leidt verder tot huidwonden, die op zich zelf ook weer ontstoken kunnen raken door bacteriën.

Hoe kan de diagnose worden gesteld?

Door een oppervlakkig afkrabsel van de huid en wat haren onder een microscoop te bekijken zijn deze Cheyletiella en Leporacarus mijten aan te tonen.De oranje-rode larven van de Trombicula soorten zijn op het konijn met het blote oog te zien.De mijten van de Dermanyssus gallinae zijn ongeveer 1 mm lang en ook met het blote oog op het konijn zichtbaar. De vogelmijt zuigt bloed en als ze zich juist gevoed hebben zijn ze bloedrood van kleur, anders zijn ze grijsachtig.

Hoe kan deze huidmijt worden bestreden?

Het konijn en zijn/haar hokgenoten behandelen tegen Cheyletiella en Leporacarus mijten kan

  1. Door middel van 3 injecties met ivermectine, elk met tussenposen van 2 weken, of door middel van selamectine (= ..........®), in een dosering van 18 mg per kg konijnop de huid in de nek aan te brengen, 2 maal met een tussenpoos van 1 maand.
    Opmerking:
    Ivermectine via de bek ingeven werkt niet.
    Zowel ivermectine als selamectine zijn geneesmiddelen die niet geregistreerd zijn voor gebruik bij konijnen.
     
  2. Deze mijten kunnen op de grond vallen en daardoor de omgeving besmetten. Het is dus belangrijk om beiden, het dier en de omgeving, te behandelen.Mest en strooisel verwijderen en hokken reinigen met 4% formaline en daarna goed laten drogen.Als een kleed behandeld moet worden, is het aan te raden deze eerst te stofzuigen, zodat de mijtendodende spray er goed intrekt. Een kleed niet wassen of stomen, want het vocht bevordert de overleving en ontwikkeling van de larven van de mijt.Tijdens de behandeling van een kamer moeten de konijnen ergens anders worden ondergebracht.
     
  3. Als de klachten steeds weer terugkomen, moet de besmettingshaard worden gezocht. Dit kan zowel de aanwezigheid van een besmette hond of kat zijn, evenals mijten die de behandeling hebben overleefd.

Behandeling van de Trombicula soorten is moeilijk, want de vergiften (zoals fipronil, permethrin en organofosfaten) die veel gebruikt worden bij andere diersoorten, kunnen bij konijnen tot ernstige complicaties leiden.Soms is het voldoende om het dier van de infectiebron te verwijderen om van het probleem af te komen.

Voor de behandeling van de Dermanyssus gallinae is het ook het beste het konijn van de infectiebron (kippen en andere vogels) te verwijderen. Het vergif carbamaat dat bij andere diersoorten voor deze mijt gebruikt wordt, kan bij het konijn soms bijwerkingen geven. In poedervorm kan voorkomen worden dat het door de huid wordt opgenomen, waardoor het de minste kans op bijwerkingen geeft.

Opmerking:
Op de plaats van de ............. zouden wij graag een merknaam willen neerschrijven, maar
volgens het nieuwe Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling
is het verboden richting particuliere klanten merknamen van voorschriftplichtige diergeneesmiddelen op het internet te vermelden.

__________________________________________________________________________________________________________________

    Myasis zie Maden

_________________________________________________________________________________________________________________

    Myxomatose

Bron: http://www.dapypenburg.nl/documenten/konijnenverzorging.pdf

Myxomatose
Virus, dat via wilde konijnen verspreid wordt door konijnenvlooien en muggen.
Verschijnselen: dikke, vochtige zwellingen op kop, snuit, oog en oor.
Behandeling: vocht, antibiotica, warmte, dwangvoeren. Maar meestal gaan ze snel dood.
Preventie: vaccinatie in het voorjaar en in het najaar geeft de beste bescherming. Een nadeel is dat bij enkele konijnen op de entplaats een zwelling kan ontstaan, enkele weken na het geven van de inenting. Meestal gaat dit vanzelf weer over. Probeer muggen buiten de
kooi te houden door er vliegengaas voor te spannen.

Bron: www.dierenkliniekdetoren.nl   

Myxomatose bij konijnen.

Het myxomavirus behoort tot de pokkenvirussen. Dit virus komt in Nederland niet van oorsprong voor (niet-endemisch). Wel in Zuid Amerika, het veroorzaakte daar een vrij milde ziekte bij de Zuid-Amerikaanse inheemse konijnensoorten. In Zuid-Amerika heeft het daar ingevoerde Europese konijnen besmet waarbij het praktisch 100% sterfte gaf. In de vijftiger jaren werd het virus met opzet geïntroduceerd in Australië waar de eveneens kunstmatig ingevoerde Europese wilde konijnen een echte plaag vormden. Echter bij toeval werd het virus ook ingevoerd in Europa. In enkele jaren was het hele Europese continent en Groot-Brittannië besmet, en de wilde konijnenpopulatie gedecimeerd.

Verspreiding.
De ziekte komt nu continu (endemisch) voor bij Europese wilde en tamme konijnen en Europese hazen. Maar de hazen zijn wel behoorlijk resistent tegen dit virus. Overbrenging is mogelijk via direct of indirecte contacten en via zogenaamde vectoren. Dit zijn insekten die het virus rechtstreeks van konijn op konijn overbrengen. Elke stekend of bloedzuigend insekt dat op konijnen parasiteert komt in aanmerking om als overbrenger te fungeren. In het bijzonder zijn muggen en de konijnenvlo belangrijk. Op het Europese continent verspreiden vooral muggen de ziekte zodat er een duidelijke seizoeninvloed is op de frequentie van het uitbreken van myxomatose. De piek ligt dan ook in de (na)zomer.

Symptomen.
 Het virus was oorspronkelijk zeer ziekteverwekkend (virulent) en gaf een zeer acute (plotseling en snel optredende) ziekteverschijnselen, met 100% sterfte. De letsels zijn: bulten met vochtophopingen (zgn. myx-oedemen) van de kop, de oogleden, en van de geslachtsdelen. De eetlust blijft meestal goed tot kort voor de dood. Een pussige ontsteking van de ogen en ogleden, alsmede vaak de neus is een constant symptoom, en geeft aanleiding tot de typische blindheid. In het najaar en de winter zie je de aangetaste konijnen vaak zielig door het bos heen scharrelen. Niet in staat te vluchten voor de wandelaars omdat ze niets meer kunnen zien.

 

Bij de meer chronische of modulaire vorm die tegenwoordig veel voorkomt ontstaan na enkele dagen oedemateuze gezwellen (pseudo-tumoren) vooral op de oren, neus en poten. Deze vorm kan spontaan genezen: de pseudo-tumoren of myx-oedemen slinken daarna weer en geven korstvormige letseltjes die daarna verdwijnen. In Frankrijk werd een ziekte vastgesteld die ook door een myxomavirus variant veroorzaakt werd maar die uitsluitend ademhalingsproblemen gaf, (snot en pneumonie) die dan meestal gecompliceerd werden door een infectie met de Pasteurella bacterien, die vrijwel bij iedere konijnenhouden wel aanwezig is. Deze laatste variant ziekte wordt niet overgedragen door insekten maar door direct contact. In Nedreland is deze ademhalingsvorm nog niet gezien, maar in sommige gevallen is het onderscheid met een longontsteking door pasteurellose of VHD moeilijk.

Behandeling.
Myxomatose een besmettelijke virusziekte waar niet als bij de meeste virusaandoeningen geen enkel direct op de oorzaak inwerkend medicijn voor bestaan. Besmette dieren moeten warm geplaatst worden. De ogen moeten gezalfd worden en soms is het verstandig het dier anti-biotica toe te denken om bijkomende infectie te bestrijden. Verder moet het dier goed eten en voldoende water krijgen en vanwege de blindheid ook kunnen vinden. Het is mogelijk een deel van de dieren door de ziekte heen te slepen maar dit is een langdurige en tijdrovende bezigheid.

Vaccinatie.
De vaccinatie van konijnen in besmet milieu (dus als er al meerdere konijnen in een groep ziek zijn) geeft vaakt toch nog goede resultaten. De op dat moment nog niet zieke konijnen kunnen eventueel alsnog beschermd worden. Maar bij het vaccineren moet wel bij ieder dier zoals altijd de naald verwisseld worden voor een schone, daar anders de ziekte door de dierenarts zelf mee verspreid kan worden. Myxomatose heeft een incubatietijd (tijdsperiode tussen besmetting en eerste ziekte verschijnslen) van 7 dagen tot 14 dagen. De bescherming (immuniteit) is voldoende opgebouwd 8 dagen na de vaccinatie. Daarom moet een konijnenhouder gewaarschuwd worden dat er tot na 2 weken nog dieren ziek kunnen worden.

Het virus
Het myxomatose viruskan slecht tegen hitte en zonlicht en verspreidt zich daarom in de zomer minder goed, maar weerstaat zeer goed koude en uitdroging. Goede desinfectantia: formol, hypochloriet (bleekwater), natriumhydroxide (8%) of Halamid. Het virus overleeft ook meerdere maanden op vectoren (vlooien bij wilde konijnen, maar ook bij overwinterende muggen).

Preventie
De beste preventie is vaccinatie en de overbrengers bestrijden, dus altijd muggengaas plaatsen om de hokken heen. Dit voorkomt ook problemen met maden ( myasis) in de zomer. Daarnaast dient in de tuin zoveel mogelijk direct of indirect contact met wilde konijnen worden vermeden. Bij hobbydieren is vaak nog wel mogelijk, maar bij fokkers met veel dieren in buitengebieden is dit dikwijls niet mogelijk. De beste preventie is vaccinatie, waarbij gelukkig de enting niet erg duur is. De immuniteit duurt slechts enkele maanden zodat eigenlijk 2x per jaar gevaccineerd moet worden in de periode maart-april en september-oktober. Drachtige voedsters of voedsters met pasgeboren jongen worden beter niet gevaccineerd. (tenzij bij hoog besmettingsgevaar)

Entstoffen.
In Nederland worden de konijnen tegen Myxomatose ingeënt met Lyomyxovax. De fabrikant van Lyomyxovax is Merial. De enting werkt ca. een half jaar. Merial adviseert konijnen vanaf 1 maand oud te vaccineren. Het beste kan dit in april/mei, voordat de stekende insecten verschijnen. Geadviseerd wordt ook de dieren inseptember/oktober een herhalingsenting te laten geven. Bij dwergkonijnen adviseert Merial met de enting te wachten tot de leeftijd van 3 maanden. Vooral na de eerste enting kan een reactie optreden in de vorm van een bult op de entingsplek. Meestal verdwijnt de bult vanzelf, maar er moet altijd op gelet worden en in geval van twijfel moet de dierenarts hier even naar kijken.

Meestal wordt geënt tegen VHS en Myxomatose tegelijk. In Nederland wordt voor VHS  meestal Cunical gebruikt, de fabrikant van het vaccin is Merial. De prijzen van de entingen lopen uiteen, omdat ook voor maar één konijn meetal een verpakking voor 10 konijnen opengemaakt worden. Eenmaal geopende entstof is slechts 1 uur bruikbaar. Het goedkoopst is het altijd, als meer konijnen tegelijk geënt worden. Daarom is het verstandig om samen met buren, vrienden, kennissen en familieleden die ook konijnen hebben de dieren tegelijk te laten enten.

Bron: www.dierenkliniekwilhelminapark.nl

 

________________________________________________________________________________________________________________

 ● Nagels - doorgegroeide nagels

Bron: "Zorg zelf voor je konijn"van de Dierenbescherming

In het wild slijten nagels bij konijnen voldoende door het graven. In gevangenschap moeten ze af en toe wel worden geknipt. Nagelscharen en tangen zijn te koop in de dierenspeciaalzaak. Bij nagelknippen is het van belang niet in het levende deel te knippen. Men kan daarin de bloedvaten zien als men de nagel tegen het licht houdt.

________________________________________________________________________________________________________________

● Nekje gedraaid > zie kopje scheef ( Torticollis )

_____________________________________________________________________________

 ● Nekeczeem - Schurft - Mijt zie Mijt

Bron: Het boek der Pelsdieren: Nekeczeem, een oppervlakkige huidontsteking , komt bij konijnen meestal voor in de nek. Dit nekeczeem veroorzaakt ter plaatste een dorre huid met vorming van schilfers en enige haaruitval. Men kan dit bestrijden met een alcoholische oplossing*

* In de praktijk blijkt dit vaak een tijdelijke oplossing te zijn. Daarom lees verder bij: Mijt

________________________________________________________________________________________________________________

   Ogen

     Vieze ogen          Bron: http://www.dapypenburg.nl/documenten/konijnenverzorging.pdf          
Oorzaken:
-blokkade van de traanbuis door verkeerde stand van de kiezen, als gevolg van vitaminetekort  door verkeerde voeding.
-ontsteking van het oogslijmvlies
-beschadiging van het oog
-verkeerde stand van het ooglid
Behandeling: afhankelijk van de oorzaak zal de dierenarts een oogzalf voorschrijven,eventueel de stand van het ooglid corrigeren of eventueel de gebitsproblemen verhelpen.

______________________________________________________________________________________________________________

   Onvruchtbaarheid

Bron:"Moderne konijnenteelt"door F.Witkamp en R.R.P van de Mark

Bij sommige konijnenrassen treedt onvruchtbaarheid op of heeft men te maken met abnormale kleine worpen. In dit geval doet men er goed aan Tarwekiemolie door het voer te verstrekken. Tarwekiemolie bevat een hoog gehalte aan Vitamine E en heeft een zeer positieve invloed op de bevruchting. Ook blijkt dat door toediening van dit natuurproduct de voedsters zich vaak gemakkelijker laten dekken.

_________________________________________________________________________________________________________________

   Oorontsteking   Middenoorontsteking ( Otis media)

Bron: Het boek der Pelsdieren.

Scheef houden van de kop en ronddraaien in het hok zijn meestal de symptomen van middenooronsteking .Pasteurella multosida, de werwekker van snot, is meestal de boosdoener.

_________________________________________________________________________________________________________________

   Otistis media Middenoorontsteking , zie oorontsteking

_________________________________________________________________________________________________________________

  Pasteurlla infecties

Bron: www.dierenkliniekdetoren.nl

Pasteurella is een ziekte die veroorzaakt wordt door de bacterie Pasteurella multocida. Deze naam kreeg het ter ere(dubieus?) van dr. Louis Pasteur, de vader van de "ziektekiem theorie". Hij werkte aan bacteriën die vele infecties veroorzaakten in Frankrijk in 1870.

Deze ziekte is waarschijnlijk de meest verspreide infectieziekte bij konijnen. Het gaat rond in elke konijnenkolonie die je ziet. Sommige "families" konijnen schijnen meer weerstand te hebben dan andere. De ziekte kent talrijke onderling zeer diverse ziektebeelden en symptomen. Kenmerkend van al deze aandoeningen binnen deze groep is de aanwezigheid van de pusvormende Pasteurella bacterie. De symptomen zijn afhankelijk van het orgaansysteem waar de infectie optreedt.

Neus.
Het meest voorkomende, herkenbare symptoom is een conditie die "snot" genoemd wordt, met niezen, natte neus, en vieze voorpootjes van het steeds schoonmaken van de rommel die zich op/rond de neus ophoopt. Snot kan eindeloos komen en gaan tot het konijn succesvol behandeld is. Sommige dieren blijven levenslang problemen houden met deze "verkoudheid". Zodra de weerstand even wat minder is of bijvoorbeeld bij koud weer krijgt het deur weer een pussige neusuitvloeiing en heeft het weer een antibiotica kuur nodig. Veel gebruikte antibiotica zijn Baytril (kan door het drinkwater) en Gentamycine (moet dagelijks ingespoten worden). Het beeld kan soms wat lijken op een licht verlopende Myxomatose infectie. Meestal treden er dan echter veel meer andere afwijkingen (oren/oogleden) op.

Longen.
Vanuit de neusslijmvliezen kan de bacterie gemakkelijk doordringen in de longen. Bij vatbare konijnen kan de bacterie dan acute longontstekingen geven die snel en agressief met antibiotica behandeld moeten worden. Onbehandelde konijnen kunnen binnen 24 uur aan de infectie overlijden, vaak met bloederig schuim op de neus in het eindstadium. Dit beeld moet niet verward worden met de nieuwe virusinfectie VHS

Oren en middenoor.
 Vanuit de neus en mondholte kan de bacterie via de buis van Eustachius makkelijk het middenoor bereiken. Daar kan het dan een middenoorontsteking veroorzaken, die vaak ernstig is en lastig te bestrijden. Omdat de bacterie door het afweersysteem van het konijn omhuld wordt door een dikke kazige puslaag ontstaat er snel een abces. Dit abces kan naar buiten doorbreken maar ook naar het binnenoor. Daar wordt het evenwichtsorgaan vervolgens aangetast. Het konijn houdt de kop scheef en kan gaan rondtollen omdat het niet langer in staat is zijn evenwicht te bewaren en al draaiend in paniek raakt. Vrij typisch is in het beginstadium de "tic"die men in de ogen ziet. Bij deze zgn. nystagmus draait het oog continue langzaam naar opzij weg om vervolgens met een snelle slag weer in de normale stand te komen. Via de gehoor en evenwichtszenuwen kan de bacterie opkruipen richting hersenen en uitmonden in fatale hersenvliesontsteking. Door de pusvorming is deze vorm bijzonder lastig te bestrijden. Alleen wanneer men direct bij de eerste symptomen van een scheve kop al direct start met de behandeling heeft het konijn een redelijke kans op genezing.

Bloedbaan
Ook ernstige bloedvergiftiging (ziekte die zich door het bloed verspreidt), longontsteking, pusophoping, melkklierontsteking en baarmoederontsteking kunnen tot de dood leiden. Aan de buitenkant ziet men alleen een sloom en meestal bijzonder ziek konijn zonder verdere opvallende andere symptomen

Huid.
Abcessen onder de kaak vanuit ontstoken kieswortel en bitsafwijkingen zoals scheefgroeiende tanden. In dit specifieke geval lijkt het konijn een gebitsprobleem te hebben. In werkelijkheid zijn hier de tanden niet de oorzaak, maar slechts een symptoom. Ook natte en smettende plekken die geïnfecteerd raken, kapotte hakgewrichten (sorehocks), zijn ook Pasteurella symptomen. Ook bijt- en operatie wonden kunnen mits niet direct zorgvuldig behandel zeer snel geen etteren tgv. een infectie met deze bacterie.

Ogen
Een meer subtiele vorm van Pasteurella komt voor in de vorm die onder meer natte ogen veroorzaakt met een witte slijmsliert erin. Vaak is ook de traanbuis ontstoken. Indien op de binnenste ooghoek drukt waar de traanbuizen beginnen, kan men vaak grote hoeveelheden wittige "kaas" naar buiten in het oogduwen. Het zal duidelijk zijn dat alleen een oogzalfje in dat geval onvoldoende zal zijn om de bacterie ook uit de traanbuizen en de traanzak te verdrijven.

Pasteurella veroorzaakt bij verschillende diersoorten meestal niet echt fatale toestanden, maar het effect bij konijnen is uniek. Om maar iets te noemen: konijnen schijnen de bacteriën bij zich te kunnen dragen, zelfs al zien ze er gezond uit. Hoe kan deze schijnbare haat-liefde verhouding door de eeuwen heen in stand blijven? Schijnbaar hebben het afweersysteem van het konijn en de Pasteurella organismen een soort patstelling en noch de één noch de ander kan overheersen. Het gevolg is dat, terwijl het konijn zichzelf jarenlang kan beschermen tegen serieuze en fatale symptomen van de ziekte, er niet genoeg natuurlijke antistoffen zijn om de bacterie te vernietigen. De Pasteurella organismen zitten verborgen te wachten, klaar om naar voren te springen bij het minste teken van zwakte bij het afweersysteem van het konijn.

Wat kan het afweersysteem verzwakken? Bijvoorbeeld slechte voeding, slechte leefomstandigheden, stress, andere ziekte, langdurige blootstelling aan erge hitte of kou. Zelfs gebrek aan beweging, afleiding en aandacht kunnen het afweersysteem genoeg verzwakken om de weegschaal door te laten slaan in het voordeel van de Pasteurella micro-organismen..

_________________________________________________________________________________________________________________

   Penis / Gespleten penis

Bron: Het boek der pelsdieren.

Dit is een afwijking die recessief vererft en bij steeds meer rassen voorkomt. Bij deze afwijking is de penis aan de achterkant geheel of gedeeltelijk gespleten. Indien de penis helemaal open ligt is bevruchting moeilijk of onmogelijk. Het is raadzaam om de penis ver genoeg uit te drukken daar het nogal eens voorkomt . dat bij een vluchtige inspectie alles normaal lijkt , maar bij doordrukken verderop een gat in de penis of splijting begint. Bij de vaststelling moet men er wel rekening mee houden dat de opening van de pisbuis verschillend van grootte en vorm kan zijn, waardoor een vergissing niet uitgesloten is.

_________________________________________________________________________________________________________________

   Pseudotuberculose

Bron: "Moderne konijnenteelt "door F.Witkamp en T.R.P van der Mark

De verwekker van deze ziekte is ene kleine staafjesbacil van 0,002 mm lengte, die in de vrije natuur zeer verbreid voorkomt. Komt ook wel in de darmen van gezonde jonge konijnenvoor, zonder echter tot uitwerking te komen. Dit geschiedt pas bij de afwezigheid van het normale weerstandsvermogen van het dier.Ook door krab- en bijtwonden en verwondingen in de mond kan de infectie optreden. Symptomen: Langzame vermagering en stilzitten in en hoek van het hok. De pels verliest haar glans, de eetlust vermindert en soms treedt ook diarree op Al naar de gevoeligheid van het dier kan de ziekte een chronisch of een acuut verloop hebben. Bij onderzoek van het kadaver worden veranderingen in de darm waargenomen. Talrijke grijs- witte knobbeltjes in de dunne blindedarm, etterige omhulling van de darm - lymfeknoppen . soms ook van de lever, verder vergroting van de milt.  Bestijding en behandeling: De enige bestrijdingsmogelijkheid bij het constateren van deze ziekte is afzondering van het dier  en grondige desinfecrie van de stal met Halamid of Virusol . In zeldzame gevallen komt bij het konijn ook de  echte tuberculose voor. Besmettingsvormen als boven. Ook hier  is genezing uitgesloten. Dieren isoleren en alles ontsmetten.

_________________________________________________________________________________________________________________

   Rachitis

Bron: Konijnen en hun verzorging"van John Coborn.

Dit is een door vitamine gebrek veroorzaakte ziekte, die misvorming van de beenderen bij de jonge dieren in de groei tot gevolg hebben. Dieren, die een uitgebalanceerd dieet krijgen , dat Vit. A en D bevat, krijgen deze ziekte niet. Als hij toch optreedt, zullen een paar druppels levertraan door de voeding spoedig  helpen.

_________________________________________________________________________________________________________________

●  RHD-2

_________________________________________________________________________________________________________________

 

   Rhinitis infectuosa zie Snot

_________________________________________________________________________________________________________________

   Rode urine : zie Urine

_________________________________________________________________________________________________________________

   Schudderziekte zie Sidderziekte

_________________________________________________________________________________________________________________

   Schurft zie ook Mijt

Bron: www.dierenartsabc.nl    Schurft bij het konijn

Konijnen kunnen door verschillende soorten mijten besmet worden zoals de oormijt , de huidmijt en de jeukmijt, ofwel schurft
Schurftmijt bij het konijn wordt veroorzaakt door Sarcoptes scabiei ofwel de jeukmijt, die in en op de huid van het konijn leeft.Deze mijt komt over de hele wereld voor, zowel bij zoogdieren als bij mensen, meer in warme, vochtige streken dan in noordelijke landen zoals Nederland.Een konijn met schurft kan ook de eigenaar besmetten waardoor deze jeukende pukkels krijgt.

Wat zijn de verschijnselen?Hevige jeuk, erger dan in geval van een besmetting met een vachtmijt. Door het krabben en likken ontstaan losse haren, kale plekken en witte korsten (door het opdrogen van de waterige huidafscheiding). De wonden verschijnen meestal eerst op lippen en neus, verspreiden zich later rondom ogen, voorhoofd, kop, achterkant van de oren en in zeldzame gevallen naar de geslachtsdelen. In ernstige gevallen ontstaat bloedarmoede en een vermindering van de weerstand, waardoor het konijn  verzwakt, vermagert en binnen een paar weken uiteindelijk aan deze schurft kan sterven.

Hoe kan de diagnose worden gesteld?Door een diep afkrabsel van de huid onder een microscoop te bekijken. Soms kan de diagnose pas gesteld worden na het nemen van een huidbiopt.

Hoe kan deze schurft worden bestreden?

1: Het konijn en zijn/haar hokgenoten behandelen door middel van 3 injecties met ivermectine,elk met tussenposen van 2 weken of
door middel van selamectine (= ..........®),in een dosering van 18 mg per kg konijnop de huid in de nek aan te brengen,
2 maal met een tussenpoos van 1 maand.
Opmerking:
Ivermectine via de bek ingeven werkt niet.Zowel ivermectine als selamectine zijn geneesmiddelen die niet geregistreerd zijn voor gebruik bij konijnen.

2: Deze mijt kan op de grond vallen en daardoor de omgeving besmetten. Het is dus belangrijk om beiden, het dier en de omgeving, te behandelen.
Mest en strooisel verwijderen en hokken reinigen met 4% formaline en daarna goed laten drogen.
Als een kleed behandeld moet worden, is het aan te raden deze eerst te stofzuigen, zodat de mijtendodende spray er goed intrekt. Een kleed niet wassen of stomen, want het vocht bevordert de overleving en ontwikkeling van de larven van de mijt.
Tijdens de behandeling van een kamer moeten de konijnen ergens anders worden ondergebracht.

3:Als de klachten steeds weer terugkomen, moet de besmettingshaard worden gezocht. Dit kan zowel de aanwezigheid van een besmette hond of kat zijn, evenals mijten die de behandeling hebben overleefd.

Opmerking:
Op de plaats van de ............. zouden wij graag een merknaam willen neerschrijven, maar
volgens het nieuwe Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling
is het verboden richting particuliere klanten merknamen van voorschriftplichtige diergeneesmiddelen op het internet te vermelden

_________________________________________________________________________________________________________________

   Sidderziekte  ook wel Schudderziekte genoemd.

Bron: Het boek de Pelsdieren.

Dit is een aandoening van het zenuwstelsel. Jonge dieren in het nest gaan plotseling aan sidderen of schudden. In volkomen rusttoestand is alles weer normaal. Na enige weken treden de eerste verlammingsverschijnselen op, een volledige verlamming kan het gevolg zijn. Deze aandoening vererft recessief .Indien men deze dieren aantreft kan men het beste beide ouderdieren voor de fok uitsluiten.

_________________________________________________________________________________________________________________

   Snot zie ook op deze pagina bij : Pasteurella infecties

Bron: http://www.dapypenburg.nl/documenten/konijnenverzorging.pdf

Snot
Verschijnselen: vieze uitscheiding uit de neus, niezen, plakkerige haren aan de binnenkant  van de poten (door het afvegen aan de neus).
Oorzaken: te hoge omgevingstemperatuur, te vochtig, stress, luchtvervuiling door parfum/haarspray/verf/kookluchtjes/stof/urine. Dit veroorzaakt een infectie van de voorste luchtwegen.
Behandeling: frisse lucht, antibiotica.

Bron : KleindierMagazine 5- 2007

Snot behoort tot de ziekten van de  luchtwegen. Deze ziekte is zeer besmettelijk en wordt van dier op dier overgebracht.Als veroorzaker van deze besmettelijke ziekte fungeert Pasteurella multocida , en / of Borderella Bronchiseptica. De ziekte komt voornamelijk voor bij minder goede hygiëne van de hokken of door besmetting op tentoonstellingen. De invloed van prikkelende gassen zolas NH3 ( ammoniak) en H2S ( zwavelwaterstof) is duidelijk merkbaar.

Ziekteverschijnselen De ziekteverschijnselen zij typisch, er ontstaat al zeer vlug een slijmerige neusuitvloei, die spoedig etterig wordt, met zeer frequent snuiven en niesen De etter, alsmede de zwelling , geeft een verstopte neus, waardoor ademnood, die snel tot de dood kan leiden in 2-8 dagen. doch in de meeste gevallen verloopt het proces slepend en gaat met vermagering gepaard. Ook de ogen worden waterig en etteren zelfs, vandaar dat de wangen en de voorbenen aan de binnenzijde met oog - en neusuitvloei besmeurd zijn.Een kenmerk is dan ook de aan- een -gekleefde haren aan de binnenzijde van de voorbenen, ontstaan door het onophoudelijk trachten zich van het kleverige goedje te ontdoen met de voorpootjes langs de wangen en de neus te wrijven/Andere complicaties zolas middenoorontsteking en hersenvliesontsteking kunnen eveneens voorkomen.

Letsels: Bij sectie valt in chronische gevallen pleuritis  met eventuele fibrineise pueumonie, geïrriteerde luchtpijp, alsmede etterige ontsteking van het hartzakje en buikvliesontsteking.  Meestal doet zich ook een etterige oogontsteking  en neusontsteking voor.

Diagnose:Deze is gemakkelijk vast te stellen, omdat de neusgaten sterk zijn bevuild en de voorpoten aan de binnenzijde eveneens  sterk zijn verontreinigd.

Behandeling:Als behandeling wordt p.aminobenzolsulfonamid ( Eludron) toegediend per oraal ( door de mond) 1 ml per konijn per dag en van een 20% oplossing. Ook sulfonen zijn werkzaam ( Baludon) 0,2 ml/ kg levend gewicht, eveneens stertomycine injecties ( 30  mg / kg konijn) en Chloramphenicol 100 mg ? kg gewicht, Bayrena ( Bayer) , 1 gr / 10 kg. Preventief moet  het stalklimaat optimaal worden gehouden. ( 18 gr C), goed geventileerd., schoon zijn en  regelmatig verwijderen van strooisel en mest. Aangekochte dieren kunnen bij voorkeur j=het beste 3 weken in quarantaine worden gehouden.

_________________________________________________________________________________________________________________

   Speekselovervloed

Bron ; "Konijnen houden als liefhebberij"van R.Kooistra

De oorzaken van een overvloedig speekselen zijn verschillend .Wondjes in het mondslijmvlies , zolas deze kunnen ontstaan door de prik van een houtsplinter of door een stugge halm van hooi of gras, geven aanleiding hier toe. Verder kan het optreden door het eten van beschimmeld voedsel,  van gras dat te lang en te vochtig heeft gelegen en geel is geworden, door het gedurende langere tijd verstrekken van weekvoer , vooral als dit vrij warm wordt gegeven, door het eten van bepaalde giftige planten en moederkoorn. Andere oorzaken zijn te vinden in tandafwijkingen en aandoeningen van de speekselklieren. Soms is het een begeleidend verschijnsel van andere ziektes. B.v  van coccidiose. Door de voortdurende uitvloeiing van speeksel worden de haren rond mond, kin en keel vochtig en kleven samen. Vaak ook de haren aan de binnenzijde van de voorbenen, omdat het dier het onaangename gevoel aan de snuit probeert kwijt te raken door er met zijn voorbenen langs te strijken. Bij langdurige gevallen met veel speekselvorming worden de haren op groet delen van de kop in het proces betrokken.

De behandeling richt zich ,zo dit mogelijk is ,op het verwijderen van de oorzaak. Het verstrekken van nadelig voedsel wordt gestaakt .Eventueel aanwezige scherpe voorwerpen in de mond worden verwijderd .Zo de veroorzakende ziekte bekend is tracht men deze te genezen.  Het hok wordt voorzien van schoon en droog strooisel. De plekken met aaneen gekleefde haren worden met sodawater gereinigd. De mondholte wordt voorzichtig gespoeld met eikenbast of met een 2% oplossing van kaliumchloraat.

Afgezien van deze vormen van speekselvloed en haar -verkleving zijn de meeste gevallen  toch terug te voeren op een zelfstandige ziekte. Namelijk op een besmettelijke ziekte ten gevolge van een virus, waarbij  moet worden aangenomen dat het voeren van bedorven voedermiddelen ( schimmelig gras en dergelijke) het ontstaan van de virusziekte bevordert .In de mondholte, vooral aan de binnenzijde van de lippen en op de tong, ontstaan kleine blaasjes gevuld met helder vocht. Deze breken  gemakkelijk. Telkens komen er nieuwe bij. De eetlust vermindert, de dieren vermageren, soms wordt de ontlasting dun. Door het binnendringen van bacteriën  in de wondjes ontstaan zweren in de mond en op de lippen. Ook rond de geslachtsorganen en de aarsopening kunnen deze optreden. De behandeling heeft vaak weinig succes. Meerdere konijnen worden aangetast en sterven. Men kan proberen op de wijze zoals hier boven is beschreven.

_________________________________________________________________________________________________________________

   Staar

Bron: Het boek der Pelsdieren.

Grauwe staar begint met troebeling op de achterkant van de lens, die zich later over de gehele lens uitbreidt. Als men in de lens kijkt is deze grauwgrijs.

Groene staar of Glauwcoom heeft vergroting van de oogbol door verhoogde inwendige druk tot gevolg. Het oog krijgt een glazig troebel uiter;ijk en komt wat naar buiten: vandaar de naam "glasoog" die men wel eens gebruikt.

Grauwe staar en Groene staar zijn recessief verervende oogafwijkingen. Beide afwijkingen kunnen blindheid tot gevolg hebben.

_________________________________________________________________________________________________________________

   Syfilis

Bron: http://www.dapypenburg.nl/documenten/konijnenverzorging.pdf

Konijnensyfylis
Oorzaak: besmetting door parasieten (spirochaete). Besmetting kan van konijn op konijn, ook via stro. Pas na 21-90 dagen verschijnselen.
Verschijnselen:
-gezwollenheid/roodheid rond de geslachtsorganen.
-ontstekingen geslachtsdelen/anus/voorpoten -korsten aan oogleden, lippen en snuit
Behandeling: goede ontsmetting van hok en kleding, de dierenarts zal injecties met  procaine-penicilline geven.

Bron: Het boek der Pelsdieren.

Geslachtsziekte of konijnensyfilis wordt veroorzaakt door een spirochaet en wordt tijdens de paring overgebracht. De incubatietijd is 2 a 3 maanden. De ziekte openbaart zich in het begin door een lichte ontsteking aan de buitenzijde van de geslachtsdelen en de aarsopening. Later treedt pus en korstvorming op .In een later stadium kunnen ook de lippen en de neus , even als de voorpoten en het scrotum aangetast worden. Regelmatige controle van de dieren kan veel ongemak voorkomen. Daar deze ziekte erg besmettelijk is, is het raadzaam vooral vreemde dieren die voor een dekking komen, van te voren goed te inspecteren. Tegenwoordig zijn er afdoende geneesmiddelen bij de dierenarts beschikbaar.

Bron: www.uwdieronzezorg.beOp een dag bracht men een Franse Hangoor van een half jaar oud bij ons binnen met de klacht dat hij korstjes had op de lippen en op het geslachtsorgaan, zoals u kan zien op de foto's. Deze symptomen zijn redelijk typisch voor syfilis. De meeste mensen kennen deze ziekte als SOA (sexueel overdraagbare ziekte), maar ze komt dus ook voor bij konijnen. Er is géén besmettingsgevaar tussen mens en konijn of omgekeerd.
Syfilis wordt bij konijnen veroorzaakt door de bacterie Treponema parluiscuniculi. De overdracht gebeurt door direct contact. Een rammelaar kan zo meerdere voedsters besmetten. Heel vaak zijn rammelaars dragers van de ziekte zonder dat ze symptomen vertonen. Door likken aan de pijnlijke en ontstoken geslachtsorganen kan het konijn ook zijn/haar lippen besmetten, met korsten rond de lippen en neus als gevolg. Meestal kan de diagnose gesteld worden op basis van de klinische symptomen. De behandeling is relatief eenvoudig en bestaat uit 3 wekelijks injecties met penicilline, waarna de ziekte meestal voorgoed verdwenen is. Zo ook bij ons konijntje, zoals u kan zien. Let wel, het is belangrijk dat alle contactdieren mee behandeld worden !!

< Bron: http://members.chello.nl/s.kloosterman4

_________________________________________________________________________________________________________________

 ●   Tanden

Bron: www.dierengebit.nl  

Inleiding:Het konijn behoort tot de orde der Lagomorpha (haasachtigen). Zij onderscheiden zich van de knaagdieren (Rodentia) doordat ze achter de voorste snijtanden 2 stifttandjes hebben. Geschiedenis...
Oorspronkelijk is het konijn waarschijnlijk afkomstig uit Azië, waarna het zich over grote delen van de wereld verspreid heeft. Gedurende de ijstijd is het leefgebied verkleind en zijn de konijnen uiteindelijk terechtgekomen op het Iberisch Schiereiland, het huidig Spanje en Portugal. Rond 250 B.C. zijn de konijnen voor het eerst in gevangenschap gehouden door de Romeinen. Zij fokten de konijnen om hun vlees en om hun vacht. Ze werden gehouden in zogenaamde "leporarien", grote ommuurde tuinen die de konijnen tegen vijanden beschermden, maar van een echte domesticatie was nog geen sprake. Pas in de middeleeuwen verspreidde het konijn zich richting Noord- Europa en werd het konijn voor het eerst door monniken als huisdier gehouden. Zij begonnen ook met het creëren van rassen door konijnen met een afwijkende vachtkleur met elkaar te kruisen. Nu...

Pas na de 2e wereldoorlog raakt het konijn langzamerhand in zwang als gezelschapsdier, een trend die zicht tot de dag van vandaag voortzet. Steeds meer mensen nemen een konijn als huisdier.

● Het normale gebit: Het gebit van het konijn bestaat uit 4 snijtanden, 2 stifttanden en 20 kiezen. De melktanden van het konijn wisselen in een periode vlak voor de geboorte tot 3-5 weken na de geboorte. Stifttanden zijn kleine snijtandjes die achter de snijtanden van de bovenkaak staan. Dit onderscheid konijnen van knaagdieren zoals de cavia, hamster en de rat.
Alhoewel een konijn geen knaagdier is zijn het wel uitmuntende knagers.Dit komt mede doordat tanden en kiezen door middel van lamellen tussen de wortel en het slijmvlies van de tandkas diep in het bot verankerd zijn. Ongeveerd 2/3e van de tand bestaat uit wortel!

Levenslang groeien...
De tanden en kiezen van konijnen hebben een open wortel en groeien gedurende hun hele leven door. De snijtanden groeien 2-2.4 mm per week. Dit is dus bijna 10 cm per jaar! Deze groei word opgevangen door slijtage van de tanden en kiezen. De slijtage vindt plaats als gevolg van het knagen en kauwen op voedsel. Het is belangrijk dat groei en slijtage met elkaar in evenwicht zijn.

Slijtage...
Bij een normaal gebit staan de bovensnijtanden voor de ondersnijtanden en raken de ondersnijtanden de stifttanden. Hierdoor slijten de snijtanden beitelvormig op elkaar af en zijn ze zeer geschikt om mee te kunnen knagen. De kiezen slijten af door het malen op voer. Het konijn maalt zijn voer door tijdens het kauwen zijn kiezen horizontaal te bewegen. Hierdoor slijten de kiezen op elkaar af.

   lees verder bij: http://dierengebit.nl/konijn-normale-gebit.html

● Olifantsgebit

Olifantsgebit: de tanden zijn krom gebogen en dus niet beitelvormig. Ze kunnen zowel naar binnen als naar buiten krullen en als men er niest aan doet worden ze steeds langer. Ze kunnen zo niet op een natuurlijke manier afslijten.

 

 

 

● Klemgebit   

                        

De tanden staan recht op elkaar , dus niet beitelvormig. De tandden zullen doorgroeien als u ze niet knipt.

 

 

 

● Trapgebit

Bron: "Konijnen houden als liefhebberij"van R. Kooistra. In de bovenkaak zitten aan beide zijden zes kiezen, in de onderkaak vijf. De wrijfvlakte is van dwarse plooien voorzien. In dien er een of meer kiezen boven de andere uitsteken, ontstaat er een trapgebit. De oorzaak ligt in een te ver doorgegroeide kies, ten gevolge van het ontbreken van de tegenoverliggende, of door kaakmisvormingen. Het konijn is niet in staat voldoende te kauwen, waardoor verstopping ontstaat of sterft door de honger. Dit gebrek komt vrij veel voor en berust op een erfelijke basis.

● Haken op kiezen

Bron: www.dierengebit.nl    Bij sommige konijnen slijten de kiezen niet goed op elkaar af. Als de kiezen niet recht afslijten kunnen er scherpe punten, de zogenaamde haken, op de kiezen ontstaan. Deze kunnen op den duur in de tong of de wang gaan steken. Dit is erg pijnlijk voor het konijn en een konijn kan daardoor minder gaan eten of zelfs stoppen met eten. Ook kunnen ze een natte kin krijgen omdat ze door de iritatie van de haak op het slijmvlies van tong of wang meer gaan speekselen. Door het overmatig speekselen ontstaan er zelfs kale plekken bij de huid van het konijn.

Lees verder bij: http://dierengebit.nl/konijn-gebitsproblemen-haken-op-kiezen.html

_________________________________________________________________________________________________________________

 ●  Teken

Bron: "Zorg zelf voor je konijn"van de Dierenbescherming.

Sommige teken hechten zich aan het konijn en blijven dagenlang zitten. De teken zuigen bloed van hun gastheer/ dame . Zijn ze volgezogen dan laten ze soms ook los en vallen gewoon. Trek de volgezogen teek echter niet los. want dan blijven de monddelen in de huid en dat kan gaan zweren. Wrijf de aangetaste plekken in met boter of olie. Na ongeveer 30 minuten zullen de teken zuurstof gebrek krijgen en loslaten. Of men kan ze met behulp van een pincet gemakkelijk verwijderen. 

Bron: www.nederlandsehangoordwergenclub.nl 

Een gewoon huiskonijn zal niet snel last hebben van een teek, maar dieren die gehouden worden in een parkje of konijnenberg kunnen teken hebben over het gehel lichaam. Bij konijnen mag geen antivlooien - middel dat ook teken doodt gebruikt worden, omdat dit voor konijnen te giftig is!.De teken moeten dus met de hand verwijderd worden. In tegenstelling tot wat in veel artikelen en boeken staat mag men een teek niet eerst verdoven met alcohol., ether of iets dergelijks alvorens hem te verwijderen. Want wordt de teek verdoofd, dan zal hij zijn maaginhoud in de bloedbaan van zijn gastheer storten. Dit kan zeer vervelende gevolgen hebben. De teek wordt onverdoofd verwijderd door met een brede pincet , een speciale tekentang of gewoon met de vingers hem 180 graden te draaien en eruit te trekken. Opletten of de kop en poten meekomen, want wanneer de teek kapot getrokken wordt en de kop en of poten achterblijven dan is de kans op een ontsteking op die plek erg groot. Wanneer de teek eruit is, dan dient men de wond goed te ontsmetten met Tasman Tea Tree oil 20% , homeopathische wondzalf  of spray of met water verdunde Echinae tinctuur.

_________________________________________________________________________________________________________________

●  Torticollis > zie: kopje scheef

_______________________________________________________________________________

 ●  Tepel ontstekingen / versopte tepels zie bij Mastitis

_________________________________________________________________________________________________________________

 ●  Traanoog

Bron: Het boek der Pelsdieren.

Behalve als gevolg van een besmetting met verwekkers van Snot , kan een traanoog ontstaan door beschadiging met stro of door kouvatten en tocht. Ontsteking van het bindweefsel of een verstopte traanbuis kunnen dan de oorzaak zijn. Bij sommige rassen , zoals de Franse Hangoor, kan ook het naar binnen groeien van het ooglid of een verkeerde ligging van de oogbol de oorzaak zijn. Door irritatie van het oog door haartjes gaat het oog tranen of treedt een infectie op .

_________________________________________________________________________________________________________________

 

 ●  Trommelzucht Tympanie - meteorisme - windzucht

Bron: "Konijnen en hun verzorging"van Ed Kramer

Deze toestand wordt veroorzaakt door een plotselinge verandering van voer en gisting ervan in de maag van het konijnen. Hierbij treedt gasvorming op die de buik doet opzetten. Een konijn dat hieraan lijdt vertoont duidelijk tekenen van angst, want het konijn heeft veel pijn. Het dier moet een paar dagen krap gevoerd worden met uitsluitend droogvoer , totdat zijn toestand verbetert., waarna het konijn zijn normale voeding weer mag hebben. Er moet natuurlijk ten alle tijden fris drinkwater beschikbaar zijn. Bij het kloppen op de buik van een konijn met trommelzucht  klinkt de buik erg hol. Soms kan ook een laxeermiddel verlichting geven. De oorzaak van trommelzucht kan overigens ook coccidiose zijn.

_________________________________________________________________________________________________________________

 ●   Tympanie zie Trommelzucht

_________________________________________________________________________________________________________________

   Tyzzer disease  / Ziekte van Tyzzer

Bron: www.konijnen.be

ZIEKTE VAN TYZZER

Oorzaak :
Bacillus piliformis

Symptomen
Acuut verloop : depressie, waterige diarree, hoge mortaliteit bij konijntjes meestal rond speenleeftijd.
Chronisch verloop : chronische vermagering.
 

Letsels :
Acuut verloop dehydratatie, oedeem van de darmwand vooral ter hoogte van het caecum, necrose van de mucosa van caecum en proximaal colon necrosehaardjes in de lever (tot 2 mm diameter), komen bij een groot aantal dieren voor. Bij sommige dieren myocardletsels.
Chronisch verloop : vaak stenose van het terminaal ileurn ten gevolge van uitgebreide ontsteking en fibrose van de darmwand.

Diagnose (moeilijk !) :
aantonen van de intracellulaire bacillen ofwel door histologisch onderzoek(leverhaardjes) darmwand) ofwel in darmwandafkrabsel (ileum). In beide gevallen zijn pas gestorven of afgemaakte dieren nodig, die acute ziekteverschijnselen vertonen. De kiem kan niet altijd aangetoond worden, zeker niet bij chronische gevallen. Dikwijls moet men zich baseren op de typische letsels.

Behandeling :
Weinig antibiotica zijn actief. Tetracycline en oxytetracycline zijn de enige mogelijke. Ze worden toegediend aan kleine dosis (ongeveer de helft van de normale), gedurende minstens 1 maand. Preventie : stress-situaties vermijden (vooral overbevolking). Bij uitbraken moeten leeggekomen batterijen (eventueel stalcornpartimenten) grondig gereinigd en ontsmet worden met een 0,3% chloramine oplossing.

 

_________________________________________________________________________________________________________________

   Uierontsteking zie Mastitis

_________________________________________________________________________________________________________________

   Urine

●Rode urine

Bron: www.dierenkliniekwilhelminapark.nl
Vaak komt een eigenaar met de klacht dat het konijn rode of oranje urine heeft. Gelukkig is er dan vaak geen blaasontsteking, maar is de urine rood verkleurd door kleurstoffen in de voeding.

_________________________________________________________________________________________________________________

   Verlamming

Verlammingsverschijnselen kunnen verschillende oorzaken hebben. Door vallen  kan b.v zenuwbeschadiging* in de rug ontstaan. waardoor de achterhand verlammingsverschijnselen gaat vertonen. Hersenvliesontsteking , maar ook gebrek aan vit.E of het eten van giftige planten kan geheel of gedeeltelijke verlamming tot gevolg hebben.  Er zijn ook erfelijke afwijkingen bekend die gedeeltelijke en algehele verlamming tot gevolg hebben.

Verschijnselen: lichaamsdelen kunnen niet meer bewegen of hangen slap. Wat er aan te doen:Vaak zal laten inslapen nodig zijn.

*Een konijn heeft een erg kwetsbaar skelet. Door het heel stevig vastpakken / dicht tegen zich aanklemmen van het dier, kunnen al beschadigen aan het zenuwstelsel optreden. Ook als een konijn een zeer vreemde beweging maakt, is dit mogelijk  Dit is op een foto niet te zien.

________________________________________________________________________________________________________________

  Verstopping / Haarbal

Bron: http://www.dapypenburg.nl/documenten/konijnenverzorging.pdf                        

Verstopping/haarbal
Oorzaak: Te weinig hooi en groenvoer eten, hierdoor krijgt het konijn te weinig vezels binnen en bewegen de darmen te weinig. Een grote klont haar en voedselresten blijft  vastzitten in de maag.
Verschijnselen: kleinere keutels (gezonde keutels zijn droog en glanzend van dezelfde grootte en vorm). Het konijn wordt minder levendig, eet minder, keutelt minder.
Therapie:
-geef extra water dmv een spuitje
-geef zoveel mogelijk verse bladgroentes en maak ze nat -geef 2x per dag 5 ml verse ananassap (dus niet uit blik) of papaya. Het bevat een enzym dat de haarbal kan oplossen.
-dwangvoeren
-bij onvoldoende verbetering binnen 1 dag: naar dierenarts (voor bv infuus,4 weken duren voor het los komt, geef dus niet te snel op. Een laatste redmiddel is een operatie waarbij de haarbal operatief uit de maag verwijderd wordt. De prognose hiervan is echter niet zo goed.
Preventie: volop vers drinkwater, voldoende hooi van goede kwaliteit, groenvoer.

________________________________________________________________________________________________________________

  VHS   = Viral Hemorrhagic Disease

Bron: http://www.dapypenburg.nl/documenten/konijnenverzorging.pdf     

 

VHS

Bloederige virale diarree, welke meestal de dood tot gevolg heeft. Verspreiding kan van konijn op konijn, maar ook via stro of eigenaar.

Verschijnselen: stinkende dunne ontlasting, lusteloosheid, niet eten, soms gaan ze dood zonder verschijnselen.

Behandeling: vocht, antibiotica, warmte, dwangvoeren. Maar meestal gaan ze snel dood.

Preventie: 1x per jaar vaccineren geeft goed bescherming.

 

Bron: www.dierenkliniekdetoren.nl   

Sinds een paar jaar komt er een relatief nieuwe virusinfectie voor onder konijnen. De aandoening heet RHD (Rabbit Haemorraghacig Disease) ook wel VHD (Viraal Hamorrhagische Diarree) en VHS (Viraal Haemorrhagisch Syndroom) genoemd. De benaming VHS wordt momenteel als meest gangbare Nederlandse benaming beschouwd. De ziekte dankt deze namen aan het feit dat ze wordt veroorzaakt door een virus (dus per definitie niet behandelbaar met medicijnen) dat sterfte veroorzaakt t.g.v. inwendige bloedingen en leveraantasting).

De ziekte is enkel besmettelijk voor konijnen en is ongevaarlijk voor mensen en andere diersoorten. Het virus heeft op ruime schaal slachtoffers gemaakt onder zowel wilde konijnen als ook bij kleine en middelgrote konijnenhouders. Reden hiervoor is o.a. het feit dat bij het groenvoedering dat gewonnen wordt op plaatsen waartoe ook wilde konijnen toegang hebben, vooral in de hobby konijnenhouderij plaatsvindt.

Wat is nu dit VHS?
VHS is een ziekte van konijnen die voor het eerst is waargenomen in China en die in juni 1990 ook in België werd aangetoond. Ook in Italië en Spanje zijn veel konijnen getroffen door de ziekte. VHS is een uiterst besmettelijke ziekte die hoge sterfte onder konijnen veroorzaakt. Eerdere uitbraken van VHS in het buitenland leren ons dat ook het Nederlandse konijnen bestand (met name in Brabant en Limburg) ernstig in gevaar is. VHS verspreidt zich met de uitwerpselen van zieke konijnen maar verspreiding via besmet voer (met name groenvoer) is ook mogelijk. Het virus kan ook door muizen, ratten en insecten verspreid worden.  Raakt een hok met meerdere konijnen besmet dan zal 65 tot 90% van de konijnen sterven, overigens enkel konijnen ouder dan 2 maanden worden door de ziekte getroffen.

Symptomen

Het konijn stopt met eten en krijgt meestal diarree, soms vloeibaar stinkend, soms bloederig, en het bloedt op het laatst soms uit de neus. Konijnen die besmet worden krijgen na 24 tot 48 hoge koorts en sterven dan in enkele uren. De inwendige organen worden aangetast. Of soms wordt het dier wordt alleen maar een paar dagen wat stil, en sterft plotseling al na een paar uur, zonder verdere symptomen. Vaak hebben de konijnen echter een lijdensweg van een paar dagen, en schreeuwen in de laatste minuten omdat ze nogals stikken tgv de optredende longbloedingen.

Als de dierenarts een aan VHS gestorven konijn open maakt dan ziet hij een gezwollen zwezerik (deze ligt voor het borstbeen in de hals), bloedingen in de longen en een bleke, gezwollen lever. Definitieve bevestiging van VHS gebeurd door sectie en weefsel onderzoek in een Pathologische Laboratorium.

Het is niet voldoende om het hok enkel door strenge hygiëne te bescherming indien er in de omgeving een geval van VHS is vastgesteld, enkel vaccinatie biedt afdoende bescherming. Dit laatste is natuurlijk geen reden om niet zo hygiënisch mogelijk te werken!

Vaccinatie
Vaccinatie vindt in Nederland momenteel het meest plaats met het vaccin Cunical (van fabrikant Mérial). Het beste kan het konijn op het einde van de 7e, begin van de 8e levensweek ingeënt worden. De enting heeft een werkingsduur van 1 jaar, dus eenmaal per jaar enten is voldoende. De beste tijd om de enting te laten geven is april/mei, zodat het konijn in de zomermaanden het best beschermd is. Een konijn moet in goede conditie zijn voor deze enting, een dierenarts zal het dier eerst moeten onderzoeken of het gezond is. De eerste entingen moeten gegeven worden als het konijn er de leeftijd voor heeft, ongeacht de tijd van het jaar.

Ook bij het aanschaffen van een ouder konijn, of een konijn uit een asiel, is het raadzaam het dier direct te laten enten, als dat nog niet gedaan is. Dan de volgende entingen zoveel mogelijk in de aangegeven maanden laten geven, bijvoorbeeld samen met de myxomatose enting op de daartoe speciaal gehouden entingsspreekuren..

Bestrijding.
Zodra VHS is vastgesteld moeten maatregelen worden genomen in de gehele regio. Indien wilde konijnen besmet zijn dan is uiterste voorzichtigheid geboden. Nieuw aangekochte konijnen moeten 2 weken in quarantaine gehouden worden tezamen met enkele niet gevaccineerde dieren (dit omdat indien de aangekochte dieren gevaccineerd zijn deze toch het virus kunnen overbrengen). Daarnaast moeten bezoekers die door de velden of bossen gelopen hebben, of met andere konijnen in contact zijn geweest wisselen van kleding en schoeisel en grondig de handen wassen. Daar ook ongedierte de besmetting kan overbrengen moeten ratten en muizen bestreden worden, hierom het voer in goed afsluitbare containers bewaren, en moeten ook insecten geweerd worden (muggegaas voor ventilatie openingen. Dit laatste is overigens ook in verband met myxomatose van belang daar dit ook door stekende insekten wordt overgebracht.

Voor ontsmetten van de hokken en materialen kan natronloog 2% gebruikt worden. Daarnaast kan ook 3% hypochlorid of 2% chloramine gebruikt worden en, mits hier ervaring mee is kan ook formaline gebruikt worden. Groenvoer verstrekking kan het beste worden gestaakt waarna men overgaat op commerciële korrelvoeders desgewenst aangevuld met graan en/of hooi.

Wordt men geconfronteerd met een uitbraak dan kan men door snelle vaccinatie van de nog gezonde konijnen sterfte stoppen binnen 72 uur. Dit geldt enkel wanneer direct na de eerste sterfte gevallen begonnen wordt met vaccinatie. Dit is niet het geval indien er reeds 1 week of langer sterftegevallen zijn. Dus bij twijfel niet wachten doch direct overgaan tot vaccineren. Hierbij moet men er aan denken dat de bescherming van deze vaccinatie korter duurt dan indien men een gezond hok vaccineert.

________________________________________________________________________________________________________________

  Vlooien en Luizen

Bron"Konijnen en hun verzorging"van Ed Kramer.

Deze parasieten veroorzaken niet alleen irritatie doordat ze de gewoonte hebben bloed te zuigen, maar ze kunnen ook de overbrenger zijn van meer ernstige ziekten. Het is bekend dat grote aantallen uitwendige parasieten bloedarmoede, vermagering en tenslotte de dood kunnen veroorzaken. Vlooien en luizen kan men gemakkelijk bestrijden met een van de insectendodende strooipoeders die speciaal voor dit doel in de handel zijn.

Bron"Zorg zelf voor je konijn"van de Dierenbescherming.

Konijnen die tekenen van een onbehaaglijkheid en jeuk vertonen hebben mogelijk last van vlooien. Die zitten meestal in de buurt van de kop en hals en ze verraden hun aanwezigheid door de donkere vlekjes van hun uitwerpselen. Bij de dierenspeciaalzaak zijn wel bestrijdingsmiddelen te koop. De eitjes van de vlooien moeten vooral gezocht worden op de slaapplaats van het dier en tussen de kieren op de vloer. Men ververst dus het stro en maakt het hok goed schoon. Het oude stro kan het beste verbrand worden. De eitjes komen na enkele dagen uit - in 2 tot 12 dagen in de zomertijd en men moet de behandeling tegen vlooien dus herhalen om van het geheel af te komen. In de laatste 25 jaar is er nogal wat over de konijnenvlo gesproken en geschreven als overbrenger van myxomatose. Deze ziekte wordt veroorzaakt door een virus en de overbrenging er van geschiedt  behalve door de vlo ook door steekmuggen. Bestrijding van myxomatose moet dus beginnen met het bestrijden van ongedierte. De ziekte uit zich in de ogen en de neus .Lippen, neus oogleden en oren zwellen op en onderhuids ontstaan kleine knobbeltjes. De dood kan na 5 dagen intreden. Intussen is na hoogtepunten in 1953bhet ziektemakende virus verzwakt. Daarom zijn de verschijnselen ook minder duidelijk. Er kan tegen myxomatose worden geënt.

_________________________________________________________________________________________________________________

 ● Voetzolen

Bron : Het boek der Pelsdieren.

Verwondingen aan de voetzolen.

Verschijnselen:kale plekken, gevolgd door beschadigingen.

De juiste oorzaak hiervan is niet helemaal duidelijk. Vast staat dat, als men zware rassen op een gaasbodem plaatst, de kans groter is dan bij kleine of middenrassen. Dit als gevolg van de grotere druk op de voetzool. Toch is dit niet alleen de oorzaak. Dikwijls ziet men het ook bij ouder voedsters die intensief voor de fok gebruikt zijn en een slechte conditie hebben. Bepaalde stammen zijn hiervoor blijkbaar gevoeliger dan andere.

Ook zou het wel eens kunnen dat de voeding of storingen in de stofwisseling hierbij een rol spelen. Dat vooral de Rex hiermee nogal eens behept is , zouden we nog kunnen verklaren door de kortere beharing. Momenteel komen echter bij de Rex, kale tenen en voetzolen aan de voorpoten steeds meer voor. Fokselectie is  in deze de meest aangewezen weg. Het euvel van wonden aan of op open voetzolen begint met  een kale plek. Door irritatie en beschadiging van de huid kan dan een secundaire infectie optreden met alle gevolgen van dien. Dit euvel is tot nu toe moeilijk te verhelpen .Goed droog strooisel en een optimale conditie kunnen verergeren voorkomen , een algemene regel is hiervoor echter niet te geven. Het aanwezig zijn van een schimmel kan ook kale voetzolen veroorzaken.

_________________________________________________________________________________________________________________

 ● Wormen

Bron: Het boek der Pelsdieren

Wormbesmettingen .Bij het konijnen kennen we verschillende soorten wormen die tot ongemak of ziekelijke verschijnselen aanleiding kunnen zijn .Soms kunnen we de eieren in de haren rond de aarsopening aantreffen. Ook zijn deze soms in de mestkeutels te zien. Tijdnes het eten van de zachte mest worden de dieren dan weer opnieuw besmet. Gelukkig zijn deze spoelwormen  meestal niet erg pathogeen. Het is echter wel aan te raden een antiwormmiddel aan de dieren te geven indien met dit constateert. Deze zijn bij de dierarts of een dierenspeciaalzaak verkrijgbaar. Verder zijn er 2 soorten honden lintwormen, die bij konijnen kunnen voorkomen.. Dieren die in aanraking komen met gras of ander voer dat met hondenpoep is besmet, lopen het meeste gevaar. Kortom, verzamel geen groenvoer op plaatsen waar honden worden uitgelaten. Dieren die ernstig besmet zijn vermageren en kunnen onderhuidse zwellingen vertonen.Naast een antiwormmiddel geven , de hokken grondig reinigen/ontsmetten.Ringwormen = een huidaandoening Kale plekken met schilfers, korstjes en rode randen. Vaak is dit het gevolg van een Trichophton schimmelinfectie.

 Bron:  www.dierenkliniekwilhelminapark.nl

Wormen bij het konijn

We zien te vaak konijnen die last hebben van een regelmatig terugkerende stille darm door een worminfectie. Deze konijnen hebben geen of afwijkende keutels en geen of weinig eetlust.

Waar zitten de wormen?
De wormen zitten meestal in de blindedarm of caecum. Daarom zie je ook vaak alleen wormen in de zachte blinde darm keutels en niet in de normale stevige keutels.

Welke wormen zijn er?
De meest voorkomende worm is de Passalurus ambiguus of de Pinworm.

Er zijn nog andere wormen bij het konijn bekend, maar die hebben we zelf nog niet gezien.

Hoe worden ze besmet?
Konijnen besmetten zich door een ei van de worm op te eten. Vaak is het een herbesmetting omdat konijnen hun eigen blinde darm keutels opeten waarin de eieren van de Passalurus ambiguus zitten.

Een konijn kan al na de geboorte door de moeder besmet worden en dit jarenlang met zich meedragen. Ook kan een konijn door een ander konijn besmet worden. Een konijn dat buitenkomt kan een worminfectie oplopen.

Symptomen
Afwijkende keutels: geen of te kleine keutels ....
Konijnen die regelmatig een stille darm of paralytische ileus hebben kunnen een worminfectie hebben, de wormen beïnvloeden de darmwerking. Dit zijn periodes waarin het konijn niet of weinig eet en kleine of helemaal geen keutels meer heeft.

Afwijkende keutels: 1,5 keer te grote keutels ....
Kenmerkend zijn dat er in "de normale periodes" 1,5 keer grotere eivormige keutels te zien zijn. Afgewisseld met normaal gevormde keutels. We hebben het dan over de gewone keutels en niet de blinde darm keutels.

 

Afwijkende keutels: slijmdraden ....
Ook zie je nog wel eens keutels met slijmdraden.

Afwijkende blinde darm keutels ....
De blinde darm keutels zijn vaak afwijkend qua vorm, niet de normale kleine pottertjes in een druiventros. Maar op een hoop geklonterd tot een vormloze massa, papperige poep, af en toe zie je hier de wormen in (zie foto's).

De wormen zelf:
Je kunt op de keutels witte kleine sliertjes zien, dit is de pinworm of Passalurus ambiguus.

Diagnose
Aan de hand van de symptomen is er de verdenking op een worminfectie. Met behulp van een microscopisch onderzoek van blinde darm keutels kan de diagnose met zekerheid gesteld worden. Vaak kan de eigenaar geen blinde darm keutels opvangen en behandelen we de konijnen met de verdenking op een worminfectie.

Therapie
We behandelen de konijnen met Panacur (= Fenbendazol). We gebruiken hiervoor Panacur suspensie 2,5%
Gedurende 14 dagen laten we de konijnen Panacur geven. Onze ervaring is dat een 3 daagse kuur die na 2 weken herhaald wordt niet voldoende sterk werkt.

Ook zijn we van mening dat een behandeling met Iverquantel drops of Stronghold niet de pinwormen bij konijnen bestrijdt, ze werken wel tegen de evt aanwezige spoelwormen.
In de literatuur is ook te vinden dat ivermectine (Iverquantel drops) of een afgeleide van ivermectine zoals selamectine (= Stronghold) niet werkt bij deze wormen

Indien nodig krijgen de konijnen ook een behandeling om de stille darm te verhelpen.

________________________________________________________________________________________________________________

  Zonnesteek

Bron: "Konijnen en hun verzorging"van Ed Kramer.

Een toestand die meestal is te voorkomen. Het konijn kan enkele uren in de onverwachte hete zon hebben doorgebracht of per ongeluk zijn blijven staan in een bedompt kistje op een hete dag. Het konijn ligt dan languit, hijgt erg en heeft soms schuim op de mond. Men moet het dier onmiddellijk op een koele, schaduwrijke, goed geventileerde plaats zetten en een schaaltje koud water en flink wat koel , fris groenvoer geven.

________________________________________________________________________________________________________________

  Zwaarlijvigheid

Bron: "Zorg zelf voor je konijn"van de Dierenbescherming.

Deze kwaal komt bij veel konijnen voor, omdat de dieren in een hokje zitten en weinig bewegingsvrijheid genieten. Men kan de toestand dus verbeteren door voor meer bewegingsvrijheid te zorgen. en ook het dieet aan te passen: meer groenvoer en minder calorierijke voedingsmiddelen zoals granen of brood. Bij grotere rassen ontstaat er een halskwab of wam onder de kin. Voedsters hebben hier vooral aanleg voor. Soms mag die halskwab net een gezwel lijken, maar reden voor bezorgdheid is er niet. Het is enkel weefsel.

 

 

         

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                                                                                          

 

 

 

 

                               

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

n